Stadsbegraafplaats Leuven anno 1784

CONCEPTTEKST

Deze begraafplaats is ruim 11 ha groot en één van de grotere historische begraafplaatsen in België. Hier wordt sinds het einde van de 18e eeuw begraven. Hier liggen burgemeesters, socialistische voormannen, professoren, kunstenaars, gesneuvelden tijdens sociale strijd of in oorlogen.

De begraafplaats werd herhaaldelijk uitgebreid, wat de verschillen in vormgeving tussen het zogenaamde “oude kerkhof” en het “nieuwe kerkhof” verklaart. In het oudste deel tref je een staalkaart aan van verschillende indrukwekkende grafmonumenten, typisch voor de 19e eeuw. Op de pleinen tussen deze prestigieuze monumenten vind je bescheidener, maar soms even boeiende hedendaagse graven. Het nieuwere gedeelte heeft naast de graven uit de 20e en 21e eeuw ereperken voor oud-strijders, vuurkruisers, politieke gevangenen, oorlogsinvaliden. Uniek zijn de anatomievelden, met de overblijfselen van diegenen die hun lichaam aan de universiteit afstonden.

Hoofdingang: Nieuwe Kerkhofdreef, 3001 Leuven.

Algemene begraafplaats Oostknollendam

Vereniging tot Beheer en Instandhouding van de Begraafplaats te Oostknollendam, Dorpsstraat

Bron: De Orkaan, maandag 15 april 2024

In Nederland hebben 895 begraafplaatsen het tot ‘Rijksmonument’ geschopt. Daarbij is slechts één particuliere begraafplaats aldus Bart van der Laan (en waarom zouden we hem niet geloven). En die ligt in Oostknollendam. Dat is dus uniek in Nederland; vrijwel alle begraafplaatsen in ons land vallen onder een gemeente en/of kerk.

BONUS: in 2024 schreef Henk Elzenga voor het blad van Zaans Erfgoed: ‘Van weiland tot dodenakker; De geschiedenis van de historische begraafplaats van Oostknollendam‘. Dat is online te lezen via deze link (pag. 30-31).

Blik vanaf de Dorpsstraat, de foto helemaal boven is genomen vanaf de begraafplaats zelf, het het bijbehorende huisje aan de overkant van de straat.

Begraven rond De Heidense Kapel

Gemeentelijke begraafplaats Stroeërweg in Hippolytushoef (Stroe)

Begraafplaats Stroe

Stroe op Wieringen, een paar kilometer ten noodoosten van Hippolytushoef, is een van de oudste dorpen op Wieringen. Het is een idyllisch gelegen langgerekt dorp op de stuwwal met enkele traditionele Wieringer boerderijen. Aan de rand van het dorp staat aan een kruispunt op een kleine verhoging een prachtig kapelletje, genaamd de Heidense Kapel. Rond de kapel ligt een eeuwenoud kerkhof. De huidige kapel is in 2016 gebouwd door vrijwilligers. Het is uit tufsteen opgetrokken, gebouwtje dat elke dag geopend is.

De Heidens Kapel in de middeleeuwen

Heidense kapel
De begraafplaats ligt fraai in het zacht glooiende landschap van Wieringen. De historie van de plek is verweven met legendes en verhalen. Willibrord, de apostel der Friezen, zou al in 704 deze plek gekerstend hebben met een klein houten kerkje. Veel later verrees hier een tufstenen kerk gewijd aan Willibrord. Boven de noormannenpoort in de noordmuur was de afbeelding van een zwijn zichtbaar.

Noormannenpoort
Een noormannenpoort is (meestal) een dichtgemetselde poort van ongeveer anderhalve meter hoogte aan de noordzijde van een kerkgebouw, die veel voorkomt bij middeleeuwse kerken in Friesland, Groningen en Oost-Friesland.

Deze afbeelding was onderwerp van verscheidene legenden die de volksnaam ‘Heidense kapel’ – gangbaar na de Reformatie – verklaart. En van de legendes betreft de Germaanse god Freyr die vruchtbaarheid en voorspoed beloofde. Zijn attribuut was een zwijn met gouden borstels. De kerk raakt in verval en werd in 1878 gesloopt om in 2016 als ‘Heidense kapel’ te herrijzen. Enkele zerken die in de vloer van de oude kapel lagen, zijn bewaard gebleven.

Kerkhof
Een witte poort geeft toegang tot het kerkhof. Op de boog boven het hek staat de tekst “Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren” te lezen. Links van het hek is een klaphek. Voor dit hek staat een klein informatiebord waarop summier de geschiedenis van de Heidense kapel wordt verteld. Rond het kerkhof liep vanouds een pad. Na de sloop van de kerk in 1871 werd op de vrijgekomen plek een houten dodenhuisje gebouwd. In de jaren 1990 werd door de toenmalige gemeente Wieringen het kerkhof heringericht: grafmonumenten werden geruimd en verplaatst waardoor de huidige indeling met langwerpige eilanden en paden ontstond.

Symboliek op de begraafplaats van Stroe

Oud en hedendaags
De nieuwe grafvakken (eilanden) variëren in grootte en samenstelling, zowel qua ouderdom als materiaalgebruik. Voorheen lag er rond de kerk en later het dodenhuisje een groot veld. In sommige vakken staan voornamelijk eenvoudige hardstenen stèles, in andere overheersen moderne monumenten. In een aantal vakken staan niet alleen hardstenen stèles, maar ook nieuwe. De afwisseling van klassieke en hedendaagse grafstenen leveren een levendig beeld op en werkt beslist niet storend. Het laat zien dat het kerkhof nog steeds wordt gebruikt én gekoesterd.
Aan de oostkant van het kerkhof ligt een nieuwe urnentuin met houten meerpalen en gebroken grafstenen als karakteristiek elementen. Een lage haagbeuk zorgt voor de afscheiding van het pad. Meerpalen kom je ook op veel graven tegen.

Wieringen kent nog vijf andere begraafplaatsen
Begraafplaats Zandburen #2 bestaat sinds 1936. De begraafplaats ligt aan de aan de noordkant van het dorp. De begraafplaats rondom de Hervormde kerk #3 in het centrum van Hippolytushoef (Kerkplein) is niet meer in gebruik. Hier krijgen oude (familie)monumenten een plekje. Begraafplaats achter de Rooms Katholieke kerk #4 in Adres: Hoofdstraat 12, Hippolytushoef. De Begraafplaats rond de Nicolaaskerk #5 in Westerland. De Hervormde Begraafplaats rond de Michaëlskerk #6 in Oosterland

Bronnen

  • Kaart
  • Odyssee Reisgids Wieringen
  • Inventarisatie opvallende grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Hollands Kroon. Bureau Funeralia IJsselstein, juli 2021
  • Bezoek begraafplaats 17-03-2024
  • Heidense Kapel Wieringen, www.heidensekapel.info
  • Kijk ook: Een begrafenis op Wieringen

‘Op zondag mogen geen werkzaamheden worden verricht’

De Bijzondere Begraafplaats Blauwkapel-Groenekan in Groenekan behoort tot de oudste begraafplaatsen in Nederland. Sinds 1826 ligt deze aan de Groenekanseweg. Nu, bijna tweehonderd jaar later, ligt het kerkhof er idyllisch bij. Veel grafstenen zijn bedekt met korstmossen en liggen tussen het groen. Groenekan, genoemd naar de herberg De Groene Kan aan de Groenekansedijk, was lange tijd een kleine buurtschap in het Oostveen, het voormalige veengebied ten noorden van de stad Utrecht. De boerderijen stonden langs de Bisschopswetering, de voormalige ontginningsdijk. Later werd deze dijk herdoopt in de Groenekanseweg.

Kaart funerair Groenekan
Legenda: #1 Bijzondere Begraafplaats Blauwkapel-Groenekan. #2 Hervormde Kerk. #3 Blauwkapel.
Foto’s Mary Kuiper

Komende uit het dorp ligt net na de drukke spoorwegovergang de ingang van de Bijzondere Begraafplaats Blauwkapel-Groenekan. De begraafplaats werd in 1826 – vooruitlopend op het verbod tot begraven in kerken – in opdracht van de kerkvoogden van Hervormde Kerk aangelegd. De kerk stond niet in het dorp Groenekan, maar in het nabijgelegen Blauwkapel. Groenekan kreeg pas in 1953 de beschikking over een eigen kerk.

Prachtige start
Het terrein aan de Groenekanseweg werd weliswaar in eeuwigdurende erfpacht genomen, maar deze erfpacht werd jarenlang niet betaald. Abraham Calkoen, de eigenaar van het landhuis Voordaan, kwam te hulp en verstrekte een geldlening. Hij kocht een zesde deel van het terrein om daar een familiegrafkelder te bouwen. Hierin zijn tot in de eerste helft van de twintigste eeuw verschillende leden van de familie Calkoen bijgezet. Een bord bij de ingang waarschuwt de argeloze bezoekers: ‘Op zondag mogen geen werk(z)aan(h)eden verr(i)ch(t) w(o)rden’.

De geschiedenis van de begraafplaats laat zich gemakkelijk in een aantal jaartallen samenvatten. In 1826 werd het eerste deel van de begraafplaats aangelegd. Om de aanleg te financieren gaf baron Abraham Calkoen, eigenaar van het landgoed Voordaan, de kerk hypotheek van 130 gulden. Later kocht hij een zesde deel van het kerkhof om daarop de familiegrafkelder te bouwen voor een bedrag van 200 gulden. Het kerkhof in Groenekan kende financieel gezien een prachtige start.
In 1926 en 1959 volgden twee uitbreidingen. In 2018 werd de begraafplaats opnieuw uitgebreid met een terrein in het verlengde van de ‘oude’ begraafplaats. Via een trap betreed je het strak ingerichte veld met een werkschuur, bankje en enkele graven.

Stichting
In 2018 werd de Stichting Bijzondere Begraafplaats Blauwkapel-Groenekan opgericht omdat de begraafplaats door de Hervormde Gemeente Blauwkapel-Groenekan werd afgestoten. De stichting nam in dat jaar het beheer en onderhoud van de begraafplaats over.

Opvallend op de begraafplaats is het veelvuldig voorkomen van bepaalde namen van families die al generaties lang in de regio hun agrarisch bedrijf uitoefenen. Van de grafstenen vallen een 19de-eeuwse afgebroken hardstenen zuil op, symbool van het plotseling afgebroken leven, en een Iers hoogkruis dat in 1946 voor een lid van de familie Copijn is opgericht. Ook bevindt zich hier een oorlogsgraf Aalbert van Engelenhoven (1921-1943).

Grafkelder Calkoen
Abraham Calkoen liet op het eigen deel van de begraafplaats een grafkelder bouwen. Kort na de dood van zijn zoon Mr. Abraham Calkoen in 1849 werd het landgoed verkocht.
In 1880 vroeg zijn kleinzoon Abraham Calkoen toestemming om de inmiddels in verval geraakte grafkelder in de oorspronkelijk stijl te herbouwen. Zo werd een nieuwe grafkelder gerealiseerd. Op een apart omheind terrein ligt nu nog de grafkelder van de familie Calkoen. Het is opgetrokken uit baksteen en door klimop overgroeid. In de voorzijde is een lage deur aangebracht met daarboven een steen met het familiewapen.

Morenkopjes
Opvallend zijn de twee morenkoppen (ook wel ‘negerkopjes’ genoemd) die het familiewapen (ont)sieren. Een artikel in het Reformatorisch Dagblad van 18 december 2022 suggereert dat er een verband bestaat tussen de negerkopjes op de grafkelder en de slavernij. Met morenkoppen worden in de heraldiek de islamitische bewoners van Noord-Afrika aangeduid, maar zij zouden ook kunnen duiden op de banden van de familie met de slavenhandel. De morenkoppen zijn via Willem Jansz. van Loon (1537-1618), een van de oprichters van de VOC, in het familiewapen ingebracht. In de beginjaren hield de VOC zich bezig met de handel in specerijen en nog niet in de handel in tot slaaf gemaakten.

Toch kan de familie Calkoen in verband worden gebracht met slavernij. De vader van mr. Abraham Calkoen (1729-1796), die Voordaan in 1774 kocht, trad in 1766 op als commissaris van de financiële onderneming Harman van de Poll en Comp., die leningen aan planters verstrekte. Het betrof 23 plantages waar slavernij werd toegepast. Ook was hij in 1767 commissaris van Tulleken de Vos en Comp., een onderneming die betrokken was bij minstens 15 plantages. Na dood van zijn zoon Mr. Abraham Calkoen jr. in 1849 werd het landgoed verkocht.

Oopjen Coppit

In 2015 werd ontdekt dat de vrouw op het dubbelportret van Rembrandt uit 1643, Oopjen Coppit vanaf 1647 op Voordaan woonde. Zij trouwde na overlijden van Maerten Soolmans (de man van het dubbelportret) met Martijn Daij, de toenmalige eigenaar van het landgoed.

Bron: https://www.vierklank.nl/nieuws/algemeen/37168/het-slavernijverleden-van-de-bilt

Begraafplaats Groenesteeg in Leiden wint Gouden Terebinth 2024

De Gouden Terebinth, de tweejaarlijkse prijs van de stichting Terebinth voor funerair erfgoed, is zaterdag uitgereikt aan de Stichting tot instandhouding van de Begraafplaats Groenesteeg in Leiden. Deze begraafplaats krijgt de prijs met name omdat de stichting effectief laat zien dat ‘begraafplaatsen een integraal onderdeel zijn van wie wij zijn en wat onze gezamenlijke geschiedenis is’.

De stichting, opgericht in 1992, blies deze begraafplaats uit 1813 nieuw leven in en werkt niet-aflatend aan de promotie van deze groene oase in de stad. Restauratie, groenbeheer, het onderzoek naar wie er begraven zijn en de verhalen om door te vertellen: alles krijgt aandacht.

Drie prijzen
De drie genomineerden, die zaterdag ‘hun’ begraafplaats aan de jury en ruim tachtig aanwezigen presenteerden, hebben veel gemeenschappelijk in hun uitgangspunten en aanpak. De Leidse begraafplaats neemt de wisseltrofee mee naar huis, met een bedrag van duizend euro, te besteden aan een funerair doel. Een welverdiende tweede en derde plaats was er respectievelijk voor de Joodse Begraafplaats in Veenendaal en de Stichting Begraafplaatsen Oosterwolde & Fochteloo. Naast de oorkonde kregen zij elk een cheque van 250 euro. De tekst van het juryrapport staat op de website van de stichting Terebinth (terebinth.nl).

Goed behoud en beheer
De jury, bestaand uit Sonja van der Meer (directeur van Het Drentse Landschap), Ronald Stenvert (bouw- en architectuurhistoricus) en Aad van Uffelen (bloemenarrangeur en floraal vormgever), heeft oog voor de verschillen tussen de drie, maar prijst bij alle de inzet van de vrijwilligers, de variatie in activiteiten voor een breed publiek, plus het vermogen om samen te werken met andere organisaties, zoals de gemeente, sponsors en scholen. Deze keer kwam ook expliciet de aandacht voor de natuurwaarden op de begraafplaatsen aan bod. Dit zijn samen de voorwaarden voor een goed behoud en duurzaam beheer van funerair erfgoed.
Voorzitter Lodewijk Kallenberg (Leiden), voorzitter Jan Koops (Oosterwolde) en Jaap Krocké, de drijvende kracht achter de Joodse Begraafplaats in Veenendaal, ontvingen hun oorkonde in de aula van de Algemene Begraafplaats in Gorinchem.

Geschiedenis
De Gouden Terebinth is een tweejaarlijkse prijs die Terebinth voor de vijfde keer uitreikte. De stichting maakt zich hard voor het behoud van begraafplaatsen. Daarvoor zijn in ons land honderden vrijwilligers in de weer, zoals de vrijwilligers op deze drie begraafplaatsen.
Stichting Terebinth wil met het uitreiken van de Gouden Terebinth personen en instellingen stimuleren in hun zorg voor funerair erfgoed: graven en andere gedenkmonumenten vertellen immers over ons verleden en over onze identiteit. Ze horen net zo bij de geschiedenis als molens, kerken en kastelen. Aandacht voor oude grafmonumenten brengt die geschiedenis weer tot leven.

Kerkhof Koog aan de Zaan

Uit: De Orkaan, maandag 19 februari 2024

Onherkenbaar. Zo’n 120 jaar geleden lag hier het Domineespad, nu is het de Zuiderkerkstraat in Koog aan de Zaan. De huidige Raadhuisstraat was nog gewoon de Dorpsstraat.

De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…

De originele foto’s komen uit twee albums met oude Zaanse foto’s die Zaandammer Henk van Dalen op de kop tikte op een rommelmarkt. Bert Versteeg maakte de eigentijdse foto en zorgde ook voor de achtergrondinformatie. Vandaag: het Domineespad (nu Zuiderkerkstraat) in Koog aan de Zaan.

Domineespad (nu Zuiderkerkstraat), Koog a/d Zaan

Op de oude foto zien we de toenmalige Dorpsstraat, de tegenwoordige Raadhuisstraat, in noordelijke richting met links de toegang tot het Domineespad. Van de Raadhuisstraat was nog geen sprake omdat het voormalige raadhuis van Koog aan de Zaan in 1908 is gebouwd, de oude foto is ouder en zal rond 1900 zijn gemaakt. De wegsloot is tussen 1918 en 1925 gedempt.

Dit pad, tegenwoordig Zuiderkerkstraat, lag ten zuiden van de Kogerkerk en kreeg in 1694 een padreglement. Het is waarschijnlijk vernoemd naar de pastorie van de Kogerkerk die pal ten noorden van het pad stond.

In de Zaanstreek is in het verleden door de bewoners van vele paden een zogenoemde padgemeenschap gesticht met het oog op gezamenlijke belangen en plichten. Deze padgemeenschappen zijn er in veel gevallen toe overgegaan de gemaakte afspraken notarieel vast te leggen. Hiermee werden op een voor Holland unieke manier gedragsregels vastgelegd waaraan alle bewoners van het pad zich moesten houden. Vermoedelijk waren notariële bewonersovereenkomsten elders onbekend. Padreglementen zijn namelijk nergens buiten de Zaanstreek gevonden.

De Zuiderkerkstraat is tegenwoordig een straat die begint bij de Raadhuisstraat en doorloopt tot de Kruisstraat en halverwege wordt doorsneden door de Breestraat.

Op de hoek Raadhuisstraat/ Zuiderkerkstraat zien we het nog bestaande pand Zuiderkerkstraat 1, volgens het Kadaster in 1635 gebouwd, hoewel er op de gevel een bord hangt met daarop het jaartal 1627. Deze gevel is een stuk jonger dan de woning en dateert uit de 19e eeuw. Het huis was ooit van T. Goezinne die achter het huis een groentezaak bedreef. Ooit was het pand groter maar de toenmalige eigenaar heeft een zijvleugel aan de zuidkant gesloopt en op de ruimte die vrijkwam werd een woning gebouwd die bewoond zou gaan worden door de familie Zwart die aan de overkant een herenmodezaak had.

Aan de Zuiderkerkstraat ook de begraafplaats van Koog aan de Zaan. Dit kerkhof is aangelegd in 1645 en is dus ouder dan de in 1686 gebouwde kerk. Toen de kerk was gebouwd werd de begraafplaats uitgebreid en kon er ook in de kerk worden begraven. Het begraven in de kerk werd in 1829 verboden.

De begraafplaats is in de 18e eeuw uitgebreid en omstreeks 1824, nadat kerk was vergroot, heringericht. Het 1500 m2 grote kerkhof heeft 241 graven met in totaal 407 personen waaronder leden van de families Honig, Duyvis, Evert Smit en Stuurman maar ook de oprichter van Stuurman Cacao en orgelbouwer Dirk Andries Flentrop. Bijzonder is het graf van Hendrik Sweepe, die F 5000,- naliet aan de gemeente Koog aan de Zaan om zijn graf en dat van zijn vrouw en dochter te onderhouden.

Er wordt niet meer begraven en de begraafplaats is gesloten maar kan op verzoek bezocht worden. Op 19 februari 2021 werd de begraafplaats een gemeentelijk monument waar De Orkaan op 1 maart 2021 een artikel aan wijde.

Vrij bijzonder is ook het hofje aan de Zuiderkerkstraat (huisnummers 6 t/m 51) dat uit 30 voormalige arbeiderswoningen bestaat. Het hofje is gebouwd in 1913-1914 naar een ontwerp van de architecten W.G.J van de Koogh en P.N. Leguit in opdracht van de in 1910 opgerichte woningbouwvereniging De Woning.

In 1980 werd er grootschalig funderingsherstel uitgevoerd en in 2017 werd het hofje opnieuw ingericht waarbij o.a. het riool werd vervangen, nieuwe bestrating werd aangelegd en klassieke lantaarnpalen geplaatst. De woningen zijn nu eigendom van Parteon.

Begraven op Schokland

Het voormalige eiland Schokland wordt nu geheel door land omgeven. Het eiland werd in 1859 op last van koning Willem III ontruimd. De omstandigheden waarin de Schokkers leefden waren door het oprukkende water onhoudbaar geworden. Tijdens de inpoldering van de Noordoostpolder in 1942 kwam het eiland als een zichtbare verhoging in het landschap weer tevoorschijn. Rond de kerk van Middelbuurt, een van de drie buurten op het eiland, is in diverse Zuiderzeehuisjes het eilandmuseum ondergebracht.

Zie kaart: Schokland

Ens, Middelbuurt en Emmeloord
Een rondje Schokland brengt je op de Zuidpunt waar de kerkruïne/kerkhof van Ens en de vuurplaat staan. Op de Noordpunt verrassen het gerestaureerde haventje en twee kleine gebouwen: De Misthoorn en De Lichtwachter. Een kunstwerk in de vorm van een hek markeert het voormalige katholieke kerkhof.
Hoewel Schokland een eiland vormde, werd tot in het begin van de 19de eeuw gesproken over twee ‘eilanden’: het katholieke Emmeloord en het protestantse Ens met de buurtschappen Middelbuurt en Zuidert (Ens).

Twee kerkhoven
Op het eiland lagen twee kerkhoven. Op de zuidpunt liggen de fundamenten van het gereformeerde kerkje van Ens dat tot 1717 dienst deed. De overledenen werden destijds in het kerkje begraven. In dat jaar werd een nieuw kerkje in Middelbuurt in gebruik genomen. De kerk verviel tot een ruïne, maar bleef behouden als kerkhof. Op het kleine kerkhof van Emmeloord werden de katholieken begraven.
Na het gedwongen vertrek van de eilandbewoners in 1845 bleven de doden achter op het eiland. Het katholieke kerkje en pastorie werden in 1860 afgebroken en herbouwd in Ommen. In 1938 werd de Schokker kerk in Ommen vervangen door nieuwbouw. Het gereformeerde kerkje van Middelbuurt raakte in verval, ,maar werd na restauratie onderdeel van het eilandmuseum.

Opgraving van de doden en herbegrafenis
Het kerkhof en de kerk van Ens trokken halverwege de 20ste eeuw de aandacht van archeologen en volkenkundigen. In 1940 werden de stoffelijke resten – mede onder invloed van de rassenleer van de Duitse bezetter – uit de ruïnekerk opgegraven en voor wetenschappelijk onderzoek naar de Universiteit van Amsterdam overgebracht. In die tijd deed men wel vaker onderzoek naar eilandbewoner (zie Urk). Verondersteld werd dat oude raskenmerken herkenbaar moesten zijn, omdat de eilandbewoners door hun eeuwenlange isolement onvermengd waren gebleven. Daarnaast werden de fundamenten van de kerk blootgelegd en in 1944 archeologisch onderzocht.

Het wetenschappelijk onderzoek heeft weinig nieuwe inzichten opgeleverd. De opgegraven beenderen bleven na het onderzoek bewaard. In december 2002 hadden de meeste stoffelijke resten een laatste rustplaats gekregen in het hart van de kerk. In het voorjaar 2003 werd een laatste bewoner van het eiland plechtig herbegraven.

Lees meer: De protestantse en de rooms-katholieke begraafplaatsen op het voormalige eiland op Dodenakkers.

Leestip: Reveil #2

Verhalen over het leven en de dood

Oef, 288 pagina’s funerair leesvoer!
We zijn er nog en we zijn er weer. Omdat u ons eerste nummer zo graag las, schotelen we u graag opnieuw een tijdschrift vol verhalen over levensplezier en rouwverwerking voor, door de beste verhalenvertellers – in woord en beeld – van het land.

In deze tweede editie vind je veel verhalen over vaders en moeders, worden voor het eerst Reveil Awards uit en stellen we de allereerste funeraire canon samen, als antwoord op de veelbesproken Canon van Vlaanderen. Muziek, een strip, een rouwclown zelfs: in Reveil #2 valt het allemaal te ontdekken.

Dit alles met slechts één doel voor ogen: het uitbouwen van een warmere rouw- en herdenkingscultuur. Zoals vzw Reveil, vooral bekend van de concerten op begraafplaatsen op 1 november, al jaren doet.

‘Prachtig uitgegeven tijdschrift Reveil zoekt lach en lichtpunt in de dood’ – De Morgen

Bestellen:

Reveil#2
€24,95 incl. verzendkosten
Meer informatie

Wolfheze: begraafplaats voor patiënten en personeel

Begraafplaats Wolfheze

Honderden betonnen paaltjes met een nummer

Verscholen in de bossen rond Wolfheze ligt de locatie Wolfheze van Por Persona, een organisatie die zich richt op het bieden van geestelijke gezondheidszorg in Gelderland. Tegen de westgrens van het terrein verschuilt zich de begraafplaats waar patiënten, medewerkers en sinds 1993 ook dorpsbewoners worden begraven. De instellingsbegraafplaats heeft een oppervlakte van een hectare en telt ongeveer zevenhonderd graven.

De eerste bewoning van het gebied rond het huidige dorp Wolfheze dateert van 2000 voor Chr. De bewoners begroeven hun doden of plaatsten de asurnen in grafheuvels. In 1910 zijn zeven grafheuvels onderzocht, waarbij klokbekers, vuurstenen pijlpunten en een koperen dolk zijn gevonden. Deze bewoners hadden geen vaste verblijfplaats, ze trokken rond op zoek naar jachtgebieden. Pas rond 1000 na Chr. is er sprake van een dorp met kerk en enkele boerenhoeven. In de late middeleeuwen werd Laag- of Oud-Wolheeze, gelegen op ongeveer een kilometer ten zuiden van het huidige dorp, grotendeels verlaten. De Spanjaarden maakten in 1585 de restanten van het dorp met de grond gelijk. In 1845 werd station Wolfhezen aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Rond het station ontstond bebouwing.

In december 1905 koopt ‘De Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Geestes- en Zenuwzieken in Nederland’ (VCVGZ) 89 hectare grond ten zuidwesten van het station Wolfhezen (toen geschreven nog met een ‘n’ aan het einde) voor de bouw van haar vierde Krankzinnigengesticht in Nederland. Eerder opende de VCVGZ locaties in Ermelo (Veldwijk), Den Haag (Bloemendaal) en Zuidlaren (Dennenoord).
Eind 1907 was de eerste bouwfase voltooid en werd het gesticht plechtig geopend. De stichting bepaalde (en bepaalt nog steeds) voor een groot deel het dagelijks leven in het dorp. Veel inwoners werken in het ‘gesticht’.

Aanleg begraafplaats
In 1907 richtte de stichting een verzoek aan de gemeente Doorwerth – bijna het gehele terrein lag destijds in de toenmalige gemeente Doorwerth – om op het terrein een eigen begraafplaats te mogen inrichten. Op 4 december 1907 reageerde de gemeente positief op het verzoek. De begraafplaats werd een jaar later aangelegd en omheind met dennen. Op 14 maart 1908 overleed mevrouw W. Goosen (ingeschreven als patiënt nr. 125). Zij werd als eerste begraven op de begraafplaats. Slechts een eenvoudig betonnen paaltje met het nummer 1 markeert haar graf. En zo zou het nog tientallen jaren doorgaan, nummerpaaltjes op de graven van de doden. Alleen in het register werden hun namen genoteerd.

Nummerpaaltjes

Personeelsleden en dorpsbewoners
Ook personeelsleden van de Stichting kregen vaak hun laatste rustplaats op het terrein. Wie op het terrein van het gesticht woonde en werkte, kon daar ook – zij het op een apart gedeelte van de begraafplaats – worden begraven. Zij kregen wel een grafsteen met hun naam en geboorte- en overlijdensdatum.
In 1993 kreeg de begraafplaats een opknapbeurt waarbij het terrein werd uitgebreid. Sinds die tijd worden er naast bewoners en personeelsleden ook veel dorpsbewoners begraven.

Bombardement met 87 slachtoffers​



Het bombardement van de geallieerden op Wolfheze op zondagmorgen 17 september 1944 eiste vele doden, zowel onder de dorpsbewoners als onder patiënten en hun verzorgers. In de loop van de week na het bombardement groeide het aantal doden zelfs tot 87 (50 patiënten en 37 burgers/personeelsleden). Op vrijdag 22 september vond de begrafenis van de slechtoffers plaats, als het in de lucht eindelijk vrij rustig is. Zes burgers werden op verzoek van de nabestaanden elders begraven.
Op 17 september 1946 (twee jaar na bombardement) werd, na een herdenkingsdienst in Gereformeerde Kerk, op het massagraf van personeel en burgers het monument onthuld. Pas later werden bij het massagraf van de patiënten drie herdenkingsstenen geplaatst in een gemetselde entourage.

Verantwoording
Bron: Wolfheze, www.wolfheze.nl. Bezoek aan de begraafplaats en museum 20-5-2018 en 5-11-2023,
Link: Het verdwenen dorp Wolfheze (YouTube)

Vorden: algemene begraafplaats

De Algemene begraafplaats van Vorden ligt buiten de bebouwde kom, op een trapeziumvormig terrein ten noorden van de Kerkhoflaan. Het zuidelijke deel van het terrein bevat een toegangslaan die naar een poort, leidt die toegang geeft tot het centrale en oudste gedeelte van de begraafplaats.

Dit is een groot rechthoekig terrein, waarvan het verlengde van de toegangslaan de middenas vormt. Dit oudste terreingedeelte bestaat uit vier kwadranten met graven. Het is in de eerste helft van de twintigste eeuw naar het oosten uitgebreid met enkele vakken en naar het westen met een omvangrijker gedeelte met een centraliserende formele aanleg en een groot halfrond gebogen pad aan de westzijde. Aan de oostzijde vond in 1936 een uitleg plaats, deels weer in een formele aanleg met een klein centraal rond, en aan de meest oostelijke rand met een langgerekt gebogen pad. Aan de noordzijde van het hierboven benoemde gedeelte bevindt zich een grote recente uitbreiding in een over het algemeen landschappelijke stijl.

« Oudere berichten

© 2024 Over de groene zoden

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑