Over de groene zoden

Wandelen over begraafplaatsen

Begraven in Lage Vuursche: Elisabethklooster

Te midden van de uitgestrekte van de boswachterij De Vuursche ligt het rustieke dorp Lage Vuursche. In 1640 liet Gerard van Reede de hofstede Drakensteyn vervangen door een nieuw achthoekig kasteel. Naast het kasteel stichtte hij ook het dorp Lage Vuursche. Op zijn initiatief werd er een school, kerk, molen, pastorie en een rechthuis annex herberg gebouwd. Het ‘pannenkoekendorp’ telt 285 inwoners, maar trekt jaarlijks veel wandelaars en dagjesmensen. De meeste huizen langs de Dorpsstraat hebben een horeca- of winkelfunctie gekregen.

Foto Detail graf Insinger. Ferro, F., Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Naast de Stulpkerk ligt een klein kerkhof uit 1790 met een rechthoekig padensysteem. In de loop der tijd is het kerkhof verschillende keren uitgebreid richting kasteel Drakensteyn. Links vlak naast de ingang staat een stenen baarhuisje. ‘Zalig zijn de doden die in de Heere sterven’, staat te lezen op het smeedijzeren hek. Op het kerkhof bevindt zich de graftombe van amateurarcheoloog J.H. Insinger (1854-1918), ontworpen in Egyptische stijl door de architect Johan Wilhelm Hanrath.

Klooster
Aan het einde van de lommerrijke Kloosterlaan ligt het voormalige klooster en sanatorium Sint Elisabeth dat in 1927 door de zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Amersfoort werd gesticht. Jonkvrouw Elisabeth F.M Bosch van Drakestein (1853-1931), bewoonster van het kasteel Drakensteyn, bood samen met haar familie de zusters in 1925 voor 3000 gulden een perceel bosgrond aan. De familie stelde bovendien 128.000 gulden beschikbaar om de bouw van het klooster te kunnen realiseren. Ze stelde als enige voorwaarde dat de kerk ook voor buitenstaanders toegankelijk moest zijn. Het dorp had immers geen katholieke kerk en de gelovigen moesten in Soest ter kerke gaan.

Het huis en de kapel werden op 1 september 1927 ingewijd. In 1938 werd er een sanatorium bijgebouwd voor de behandeling van de zusters die aan tuberculose leden. Veertig jaar later werd het klooster omgebouwd tot verpleeghuis. De zusters zijn inmiddels vertrokken. Het klooster staat leeg en in 2018 zijn twee vleugels afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw.  Het zorgcentrum Elisabeth Park bestaat uit drie gebouwen.

Begraafplaats
Achter het complex bevindt zich de kleine kloosterbegraafplaats. De vergunning voor deze begraafplaats werd aangevraagd op 1 september 1927 en op 15 september van dat jaar verleend. Volgens de vergunning moest de begraafplaats afgescheiden worden van de omgeving door een haag. De opzet van de dodenakker is vrij eenvoudig: een hoofdpad waarop de zijpaden uitkomen. Aan het eind van het hoofdpad staat een groot kruis. Op deze begraafplaats liggen behalve de zusters ook de rectoren van het zusterhuis en enkele weldoeners begraven. Aan de linkerkant van het hoofdpad stonden op de graven lessenaars (schuin liggende stenen) met de naam van een zuster, aan de rechterkant rijen met kruisen.

In 2005 is de begraafplaats ingrijpend veranderd. De kruisen en de oude lessenaars zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor gras. De namen van de zusters die hier begraven zijn, staan op verschillende monumenten vermeld. In 2017 is er een kapelletje aan de rand van de begraafplaats gebouwd. Op het grasveld voor het kruis liggen zusters begraven die in de afgelopen jaren zijn overleden.
Van een ‘levendige’ kloosterbegraafplaats vol met grafstenen en groen is deze verworden tot een strak grasveld met verspreid staande verzamelmonumenten, een rij graven van rectoren en weldoeners, een wit kruis en enkele recente graven. Een enkele boom doorbreekt de monotonie.

Bron:
Begraafplaatsen in Baarn, www.begraafplaats-baarn.nl, Wikipedia en bezoek op 5-11-2021

Foto Detail graf Insinger. Ferro, F., Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Begraven op Schokland

Het voormalige eiland Schokland wordt nu geheel door land omgeven. Het eiland werd in 1859 op last van koning Willem III ontruimd. De omstandigheden waarin de Schokkers leefden waren door het oprukkende water onhoudbaar geworden. Tijdens de inpoldering van de Noordoostpolder in 1942 kwam het eiland als een zichtbare verhoging in het landschap weer tevoorschijn. Rond de kerk van Middelbuurt, een van de drie buurten op het eiland, is in een van  Zuiderzeehuisjes het eilandmuseum ondergebracht.

Een rondje Schokland brengt je op de Zuidpunt waar de kerkruïne/kerkhof van Ens en de vuurplaat staan. Op de Noordpunt verrast het gerestaureerde haventje en twee kleine gebouwen: De Misthoorn en De Lichtwachter. Een kunstwerk in de vorm van een hek markeert het katholieke kerkhof.

Eén eiland, twee werelden
Hoewel Schokland een eiland vormde, werd tot in het begin van de 19de eeuw gesproken over twee ‘eilanden’: het katholieke Emmeloord en het protestantse Ens met de buurtschappen Middelbuurt en Zuidert (Ens). Op het eiland lagen dan ook twee kerkhoven.

Op de zuidpunt liggen de fundamenten van het gereformeerde kerkje van Ens dat tot 1717 dienst deed. De overledenen werden destijds in het kerkje begraven. In dat jaar werd een nieuw kerkje in Middelbuurt in gebruik genomen. De kerkruïne bleef behouden als kerkhof. Op het kerkhof van Emmeloord werden de katholieken begraven.
Na het gedwongen vertrek van de eilandbewoners in 1845 bleven de doden achter op het eiland. Het katholieke kerkje en pastorie werden in 1860 afgebroken en herbouwd in Ommen. In 1938 werd de Schokker kerk, zoals het kerkje werd genoemd,  in Ommen vervangen door nieuwbouw. Het gereformeerde kerkje raakte in verval, maar werd na restauratie onderdeel van het eilandmuseum.

Opgraving van de doden en herbegrafenis
Het kerkhof van Ens trok halverwege de 20ste eeuw de aandacht van archeologen en volkenkundigen. In 1940 werden de stoffelijke resten – mede onder invloed van de rassenleer van de Duitse bezetter – uit de ruïnekerk opgegraven en voor wetenschappelijk onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de hoofdstad overgebracht. In die tijd werd wel vaker onderzoek gedaan naar eilandbewoners. Verondersteld werd dat oude raskenmerken herkenbaar moesten zijn omdat de eilandbewoners door hun isolement onvermengd waren gebleven. Daarnaast werden de fundamenten van de kerk blootgelegd en in 1944 archeologisch onderzocht. Het wetenschappelijk onderzoek heeft weinig nieuwe inzichten opgeleverd. De opgegraven beenderen bleven na het onderzoek bewaard. In december 2002 hadden de meeste stoffelijke resten een laatste rustplaats gekregen in het hart van de kerk. In het voorjaar 2003 werd een laatste bewoner van het eiland plechtig herbegraven.


Bronnen:
Lees meer: De protestantse en de rooms-katholieke begraafplaatsen op het voormalige eiland op Dodenakkers.
Bezoek Schokland

Begraven in Sinoutskerke

Wat ik nu ben zult u binnenkort zijn

Een van de intiemste kerkhoven in Zuid-Beveland ligt in het dorp  Sinoutskerke. Het is gelegen op een verhoogde dorpsterp en is ovaal van vorm. De vorm heeft het te danken aan het feit dat er tot in 1906 een kerk stond. Sinoutskerke laat zich niet gemakkelijk vinden, het ligt verscholen in de Zak van Zuid-Beveland. De ‘Zak’  is een natuurgebied met een karakteristiek patroon van polders, dijken, kreken, poelgronden en welen.

Sinoutskerke ontstond in 12de eeuw op een smalle kreekrug in de Zak van Zuid-Beveland. Het dorp bleef klein, uitbreidingsmogelijkheden waren er nauwelijks. De Tachtigjarige Oorlog liet een spoor van vernielingen achter waardoor dorpsbewoners naar veiliger oorden trokken. Uiteindelijk bleven nog maar elf huizen over. Waarschijnlijk heeft er vanaf de stichting van het dorp al een kerkje gestaan. De kerk leed lang een kwijnend bestaan, maar werd in 1906 na een brand afgebroken en niet meer herbouwd. Het kerkhof bleef verweesd achter. Het kerkbestuur moest de vrijkomende grond na de sloop van de kerk bestemmen als gemeentelijk begraafplaats en voor 99 jaar aan de gemeente verpachten.

Lijkenhuisje

Bij de sloop bleef in eerste instantie het lijkenhuisje behouden. Het huisje bleek echter dusdanig bouwvallig dat het uiteindelijk afgebroken moest worden. Er werd een nieuw lijkenhuisje gebouwd: een eenvoudig huisje in traditionele stijl met een oude memento mori-steen uit 1637. De steen, afkomstig van het gesloopte lijkenhuisje, werd ingemetseld boven de deur. Nu herbergt het huisje tuingereedschap.

Tekst memento mori-steen

Dat ghy nu syt waren wy voor dese
Dat ick nu ben sult ghy haest wesen
Siet vry op my en vraecht alleman

Of tiemandt tgheslacht wel kennen kan
Gedenckt opt sterven

Anno 1637  
Wat u nu bent waren wij vroeger ook Wat ik nu ben zult u binnenkort zijn Bekijk mij gerust en vraag aan iedereen
Of iemand nog weet uit welk geslacht ik ben Bedenk dat u ook zult sterven

Anno 1637

Het is aan ’s-Heer-Abtskerke te danken dat het kerkhof van Sinoutskerke er nog is. Het dorp had geen plek meer op het kerkhof en in Sinoutskerke was genoeg plaats om ook de overledenen uit ’s Heer-Abtskerke te begraven. Sinds 2003 wordt de klok weer geluid tijdens begrafenissen. In dat jaar werd een klokkenstoel op het kerkhof geplaatst.

Memento mori-steen

Het kerkhof wordt doorsneden door een grindpad met enkele bomen en aan het eind een lijkenhuisje. Verder nog enkele zijpaden bedekt met grind, het achterste deel bestaat uit gras en het geheel is omgeven met een heg. Wat de begraafplaats afgezien van de geschiedenis zo bijzonder maakt is de beplanting. Bij de ingang van het kerkhof staat een treurbeuk uit 1880-90 en naast het lijkenhuisje staat een aantal treuressen uit 1830-40

Praktische gegevens
Begraafplaats Sinoutskerke
Sinoutskerke 1
 4444 RT ‘s-Heer Abtskerke

Bronnen
Zeeuws Ankers en bezoek aan begraafplaats 14-10-2023.

Begraven in Bunschoten-Spakenburg: Memento Mori

Bunschoten-Spakenburg, een samensmelting van de oude stad Bunschoten met het vissersdorp Spakenburg, ligt aan de voormalige Zuiderzee. In 1336 kreeg Bunschoten dankzij de strategische ligging op de grens van Holland en Utrecht stadsrechten. Bunschoten bleef ondanks haar nieuw status een dorp. Na de verwoesting van de stad in 1428 werd de stadsgracht gedeeltelijk gedempt. In de loop der tijd zijn beide kernen aan elkaar gegroeid.

De Hervormde kerk is het oudste gebouw van Bunschoten. De kerk werd tussen 1475 en 1500 in laatgotische stijl gebouwd. Rond 1790 werd bij een restauratie besloten het koor en de zijbeuken af te breken. Van de verkoop van de vrijkomende bouwmaterialen kon het schip van de kerk worden gerestaureerd.  

Eeuwenlang werden overledenen in de kerk begraven. De grafzerken op de vloer dateren uit de periode 1620-1808. Na die tijd vonden begrafenissen plaats op het kerkhof naast en achter de kerk. Het oude kerkhof heeft rond 1962 – nadat het al meer dan vijftig jaar gesloten was – plaatsgemaakt voor de huidige parkeerplaats.

Bunschoten - Baarhuis anno 1908
Bunschoten – Baarhuisje anno 1908

Op de plek van het kerkhof staat een monument met ernaast replica’s van twee grafstenen. Op de stenen staan de namen van Wouterus Beukers, burgemeester van Bunschoten en Ds. G. van Goor. Ger. Predikant Bunschoten.

Memento Mori
De aanleg van een nieuwe begraafplaats werd noodzakelijk omdat het kerkhof vol raakte. In 1908 werd een plan ingediend voor aanleg van een nieuwe begraafplaats. De gemeente kocht daartoe een stuk grond aan de Stadsgracht. Onderdeel van het plan was het bestraten van de toegangsweg, het Stadsspui. De begraafplaats was klein van omvang: 39 bij 100 meter. In het midden liep een hoofdpad met aan het einde het baarhuisje. Rondom de begraafplaats werden brede sloten gegraven. De aanleg van de begraafplaats in 1908 kostte 14.000 gulden.

Het baarhuisje op de begraafplaats is in neogotische stijl (1908), gebouwd naar ontwerp van A. Jurling uit Nijkerk. Het baarhuisje ligt in het midden van de oorspronkelijke begraafplaats in de as van het hoofdpad.
Karakteristiek voor de begraafplaats zijn de coniferen.

Bunschoten - Memento Mori Resurrecturis
Resur(r)ecturis

Resur(r)ecturis
Bij de ingang van de begraafplaats staat op de rechterpilaar de spreuk: Memento Mori, Gedenk te sterven. Op de linkerpilaar staat: Resurecturis, Voor hen die weer zullen opstaan. Alleen heeft de steenhouwer een foutje gemaakt. Het moet zijn Resurrecturis oftewel resurrectie, herrijzenis of wederopstanding uit de dood.

Gemeentelijke begraafplaats Memento Mori
Bikkersweg 3
3752 WV  Bunschoten-Spakenburg

Bronnen: bezoek begraafplaats 11 september 2021; artikel Dodenakkers; website Historische Vereniging ‘Bunscote’.

Begraven in Vrouwenpolder: Noorddijk

Bereid uw huis, want gy zult sterven*

Wandelroute

Aan de Polredijk, de oude zeedijk tussen Veere en Vrouwenpolder, duikt voor de laatste bocht voor het dorp Vrouwenpolder, de Noorddijk op. Na enkele honderden meters ligt verscholen tussen de dijk en de duinen langs het Veerse Meer een kleine begraafplaats. Een hek, informatiebord en enkele grafstenen zijn de stille getuigen van de geschiedenis van Vrouwenpolder. Tussen 1884 en 1954 werden op deze begraafplaats 430 mensen begraven. Het waren vooral inwoners uit het dorp, drenkelingen, militairen uit de Tweede Wereldoorlog en slachtoffers van de inundatie van Walcheren in 1944.

‘Op 19 juli 1847: onbekend uit zee aangespoeld lijk.’

Overlijdensregister van de voormalige gemeente Vrouwenpolder

Vanaf het ontstaan van de parochie in Vrouwenpolder, de huidige Pelgrimskerk aan Fort den Haakweg, werden de overledenen begraven op het kerkhof rond de kerk. De geschiedenis van de kerk gaat terug tot de 14de eeuw, maar in 1623 werd de kerk die in 1572 grotendeels verwoest was, weer opgebouwd. In 1873 kwam de begraafplaats, die eigendom was van de Hervormde Gemeente, in handen van de burgerlijke gemeente. Al toen kon op de gedeelten ten noorden, westen en zuiden van de kerk niet meer worden begraven. Ook het oostelijke deel dreigde vol te raken.

Grafstenen op begraafplaats Noorddijk in Vrouwenpolder
Vrouwenpolder – twee grafstenen op de begraafplaats

In 1883 was er nog maar plaats voor drie overledenen. De gemeente moest met spoed op zoek naar een locatie voor een nieuwe begraafplaats. In 1883 kocht de toenmalige gemeente Vrouwenpolder een stuk grond langs de Noorddijk. Het terrein was 19 are bij 62 centiare (175 bij 50 meter), ‘droog en geschikt, omringd door beplanting’. Het terrein werd ingericht, het lijkenhuisje verplaatst van het oude kerkhof naar de Noorddijk en de ingang voorzien van een hek. Op 29 februari 1884 vond de eerste begrafenis plaats, een kindje van vijf maanden.

In 1954 werd de huidige begraafplaats aan de Zoekweg geopend. De begraafplaats aan de Noorddijk verloor haar functie en raakte door achterstallig onderhoud in verval en in vergetelheid. In 2019 werd de begraafplaats door vrijwilligers grondig gerestaureerd en werd het groen onder handen genomen. Een jaar later werden een bankje en een informatiepaneel geplaatst.

Grafstenen op begraafplaats Noorddijk in Vrouwenpolder
Vrouwenpolder – grafstenen

Graven
Tussen 1884 en 1954 zijn er 430 mensen begraven: 286 volwassenen en 144 kinderen. Slechts van elf personen zijn de zerken of steles bewaard gebleven. Veel overledenen kregen geen grafmonument; hun graf werd gemarkeerd met een houten paaltje met een nummer. Of er op de begraafplaats is geruimd, is niet bekend. Naast inwoners van Vrouwenpolder werden er ook mensen van elders begraven. Zo zijn er tijdens de Eerste Wereldoorlog de aangespoelde lichamen van vier onbekende mannen begraven. Tussen 1944 en 1946, toen veel dorpen op Walcheren onder water stonden, werden er mensen uit de omliggende dorpen aan de Noorddijk begraven. In november 1944 werden er twee Britse militairen begraven. Zij werden later overgebracht naar de oorlogsbegraafplaats in Bergen op Zoom. Ook werden twee Duitsers op de begraafplaats begraven.

Aan de rechterkant bij de ingang ligt het graf van Frits Lensvelt sr (1886-1945). Deze ontwerper/kunstenaar woonde in het 17de-eeuwse Dijkhuis aan de Polredijk tussen Vrouwenpolder en Veere. Lensvelt werd vooral bekend als decorontwerper

Bronnen:
Zeeuwse Ankers, Begraafplaats Noorddijk; Bezoek Begraafplaats Noorddijk, 14 oktober 2023; De Wete, tijdschrift van de Heemkundige Kring Walcheren.

Begraven in Blauwhuis: een literaire bedevaart

Nu ik toch in Bolsward ben, wil ik naar Blauwhuis. Het dorp wordt omschreven als een ‘kleine katholieke enclave in het overwegend protestantse Friesland’ heeft me altijd geïntrigeerd. Hier kwamen ten tijde van de Republiek de katholieken samen in een met blauwe pannen gedekt huis, rond welk het latere dorp ontstond. Architect Pierre Cuypers bouwde er in 1871 zijn eerste Friese kerk in neogotische stijl, gewijd aan Sint Vitus. Bestaat het Rijke Roomsche Leven nog in Blauwhuis?

De opvallende grote kerk is niet te missen in het dorp. De deur van de kerk staat open. Ik loop naar binnen en kan alleen vanachter het hek het interieur van de kerk bewonderen. De ruime kerk biedt een zitplaats aan meer dan vijfhonderd kerkgangers. Zoveel bezoekers zijn er al lang niet meer, ook in dit deel van Friesland heeft de ontkerkelijking hard toegeslagen.

Vrijwilligers aan de slag bij de Blauwe schuur

Veranderde tijden in de enclave
Een hek op het voorplein geeft toegang tot het kerkhof. De deuren van het baarhuisje staan wijd open. Op het schaduwrijke bankje naast het blauwe (!) huisje zitten vier vrijwilligers aan de koffie. Met elkaar onderhouden ze de begraafplaats. Vandaag wordt het gras gemaaid en het onkruid gewied. De begraafplaats ziet er piekfijn uit, de graven glimmen in de zon en de heren hebben zin in een praatje. Voordat ik het in de gaten heb, krijg ik de geschiedenis van deze katholieke enclave te horen. In hun jeugd waren er maar drie ‘andere’, dat wil zeggen niet-katholieke, gezinnen in het dorp. Maar de tijden zijn veranderd. De ooit bloeiende parochie is met drie andere samengevoegd tot een regioparochie. Het kerkhof staat open voor alle bewoners, katholiek of niet katholiek. De heren gaan weer aan de slag en ik loop de groene akker op.

Het kerkhof werd tijdens de bouw van de kerk aangelegd (1870-1871). De opzet is eenvoudig: het terrein is door rechte paden in vakken verdeeld. Vóór 1871 werden de katholieke bewoners van deze streek begraven op een algemene begraafplaats, voorzien van een schepje gewijde aarde in de kist.
Aan de westzijde van het terrein bevindt zich het oorspronkelijke houten baarhuisje en aan de noordzijde de Calvariegroep. Ook zijn er nog twee bijzondere grafmonumenten: het monument met piëta voor pastoor Evers (1892) en het monument met engel voor het echtpaar Ydema-Witteveen (1909/1917). Het houten baarhuisje, ook een ontwerp van Cuypers, werd in de zogenaamde ambachtelijk-traditionele stijl gebouwd.

O kruis onze eenige hoop
De opvallende Calvariegroep, die – volgens het opschrift aan de achterzijde – in 1870 werd ontworpen, staat centraal op het kerkhof. De gekruisigde Christus wordt aan weerszijden ondersteund door Johannes de Evangelist en Maria. Op de voorzijde staat te lezen: “Ik ben de verrijzenis en het leven: die in Mij geloofd zal hebben – al is hij ook reeds gestorven: zal leven. Wees gegroet: o kruis onze eenige hoop waaraan het Heil der wereld heeft gehangen.”

Stammenkruis

Op 26 november 1892 overleed pastoor G.J. Evers, de grote man achter de totstandkoming van de Vituskerk. Zijn graf achter de calvarie wordt gesierd door een piëta, een beeld van Maria met de gestorven Christus op schoot. Op het voetstuk staat te lezen: “Gedenk uwen geestelijke leidsman den Wel. Eerw. Heer G.J. EVERS, geb. te Zwolle 8 jan. 1824 Pastoor Sensmeer (Blauwhuis), 8 maart voorzien van de H.H. Sacramenten overl. 26 nov. 1892. R.I.P.”

Een ander opvallend grafmonument is het stammenkruis – een kruis met de armen in de vorm van knoestige stammen – met  engel. De inscriptie op de ovalen marmeren plaat luidt: “RUSTPLAATS van den heer SYBERCH Y. YDEMA geb. te Workum 14 dec. 1841 overl. te Sneek 11 sept. 1917 en echtgenoote CORNELIA K.L.WITTEVEEN geb. te Oosterend 16 april 1846 overl. te Sneek 25 aug 1909.” De treurende engel omarmt het kruis met zijn linkerarm en wijst met zijn rechterarm en wijsvinger omhoog.

Staalkaart
Verder bestaat het kerkhof uit een verzameling grafmonumenten die een staalboek vormt van de grafstijlen van eind negentiende eeuw tot heden. Aan de zuidkant van het kerkhof ligt een lange smalle strook met kindergraven. De teksten op de kleine stenen en kruizen zijn soms aangrijpend. Op het mededelingenbord hangt de aankondiging van de ruiming van een kindergrafje, tenzij de grafrechten à 22,50 euro worden voldaan. Misschien kan het kerkbestuur de rechten overnemen, zodat het grafje blijft bestaan.

Dat koninkrijk van u…
Bij het verlaten van het kerkhof lees ik het informatiebord en valt mijn oog opeens op de tekst ‘Graf Gerrit Rijpma (1926-1945). Bekend in de Nederlandse literatuur als Graf te Blauwhuis van de volksschrijver Gerard Reve.’ Als ik het gedicht lees, herken ik vooral de veel geciteerde laatste regels: Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat? Maar ook de regel Dag lieve jongen gaat door merg en been. Het verdriet over de dood van een kind, zo jong nog, zit gevat in deze drie eenvoudige woorden.

Gerrit Rijpma. Foto Oorlogsgravenstichting

Reve woonde van 1964 tot 1971 in Greonterp, een dorp op korte afstand van Blauwhuis.  Van zijn buurvrouw, Siuwke Hofmeijer-Rijpma, hoorde Reve het trieste verhaal van haar jonggestorven jongste broer. Het graf, voorzien van een innemend portret, trof hij aan op het kerkhof van de Sint-Vituskerk in Blauwhuis, waar hij ’s zondags de mis bezocht. En zo schreef hij het gedicht Graf te Blauwhuis, dat verscheen in het brievenboek Nader tot u.


Gerrit Rijpma was een jongen van nog maar achttien jaar toen hij in de Tweede Wereldoorlog niet meer kon ontkomen aan een razzia en vervolgens werd doodgeschoten door de Duitsers. Het graf is er niet meer. In 1983 werden de stoffelijke resten van Gerrit Rijpma overgebracht van het kerkhof van Blauwhuis naar het Nationaal Ereveld Loenen.
Maar dit kerkhof is wel de plek waar Rijpma begraven lag. En alleen Gerard Reve kon de zinloosheid van een moord, zijn twijfel aan Gods belofte zo simpel én zo indringend verwoorden als in de woorden Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat?

Graf te Blauwhuis
(voor buurvrouw H. te G.)

Gerard Reve op het kekrhof .Foto nadertotreve.nl

Hij rende weg, maar ontkwam niet,

En werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.

Een strijdbaar opschrift roept van alles,

Maar uit het bruin geëmailleerd portret

Kijkt een bedrukt en stil gezicht.

Een kind nog. Dag lieve jongen.

Gij, die koning zijt, dit en dat, wat niet al,

Ja ja, kom er eens om,

Gij weet waarom het is, ik niet.

Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat?

Ik ging naar Blauwhuis voor een zoektocht naar de katholieke wortels van het dorp, maar het werd een reis naar een plek met een bijzondere betekenis. Voor een pelgrimage hoef je niet naar Santiago de Compostella, je kunt ook naar Blauwhuis.

Bartho Hendriksen

Dit artikel verscheen eerder in Terebinth, tijdschrift voor funerair erfgoed

Begraven in Woudsend: familie Tromp

Grafstenen familie Tromp bij Karmelkerk in Woudsend

Tegenover de Karmelkerk aan het Ald Tsjerkhof, die in 1837 als Waterstaatkerk werd gebouwd, bevond zich destijds het kerkhof. In 1933 werd de begraafplaats geruimd en heringericht als een park. In 2007 werden bij graafwerkzaamheden onverwacht vier grafstenen gevonden.

De stenen hoorden bij de graven van Age Hylkes Tromp (1794-1876), zijn vrouw Eelkje Wigles Visser, zijn dochter Cornelia en zijn zuster. Tromp was de oprichter van de Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij A(nn)o 1816, later bekend geworden als Woudsend Verzekeringen.

De familie Tromp heeft een belangrijke rol gespeeld in het kerkelijke en sociale leven van Woudsend. Woudsend Verzekeringen (nu onderdeel van ASR) heeft werkgelegenheid geboden aan vele generaties Woudsenders.

Bronnen: bezoek 9 juni 2022 en informatiepaneel bij kerk

Begraven in Koog aan de Zaan:

Uit: De Orkaan, maandag 19 februari 2024

Onherkenbaar. Zo’n 120 jaar geleden lag hier het Domineespad, nu is het de Zuiderkerkstraat in Koog aan de Zaan. De huidige Raadhuisstraat was nog gewoon de Dorpsstraat.

De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…

De originele foto’s komen uit twee albums met oude Zaanse foto’s die Zaandammer Henk van Dalen op de kop tikte op een rommelmarkt. Bert Versteeg maakte de eigentijdse foto en zorgde ook voor de achtergrondinformatie. Vandaag: het Domineespad (nu Zuiderkerkstraat) in Koog aan de Zaan.

Domineespad (nu Zuiderkerkstraat), Koog a/d Zaan

Op de oude foto zien we de toenmalige Dorpsstraat, de tegenwoordige Raadhuisstraat, in noordelijke richting met links de toegang tot het Domineespad. Van de Raadhuisstraat was nog geen sprake omdat het voormalige raadhuis van Koog aan de Zaan in 1908 is gebouwd, de oude foto is ouder en zal rond 1900 zijn gemaakt. De wegsloot is tussen 1918 en 1925 gedempt.

Dit pad, tegenwoordig Zuiderkerkstraat, lag ten zuiden van de Kogerkerk en kreeg in 1694 een padreglement. Het is waarschijnlijk vernoemd naar de pastorie van de Kogerkerk die pal ten noorden van het pad stond.

In de Zaanstreek is in het verleden door de bewoners van vele paden een zogenoemde padgemeenschap gesticht met het oog op gezamenlijke belangen en plichten. Deze padgemeenschappen zijn er in veel gevallen toe overgegaan de gemaakte afspraken notarieel vast te leggen. Hiermee werden op een voor Holland unieke manier gedragsregels vastgelegd waaraan alle bewoners van het pad zich moesten houden. Vermoedelijk waren notariële bewonersovereenkomsten elders onbekend. Padreglementen zijn namelijk nergens buiten de Zaanstreek gevonden.

De Zuiderkerkstraat is tegenwoordig een straat die begint bij de Raadhuisstraat en doorloopt tot de Kruisstraat en halverwege wordt doorsneden door de Breestraat.

Op de hoek Raadhuisstraat/ Zuiderkerkstraat zien we het nog bestaande pand Zuiderkerkstraat 1, volgens het Kadaster in 1635 gebouwd, hoewel er op de gevel een bord hangt met daarop het jaartal 1627. Deze gevel is een stuk jonger dan de woning en dateert uit de 19e eeuw. Het huis was ooit van T. Goezinne die achter het huis een groentezaak bedreef. Ooit was het pand groter maar de toenmalige eigenaar heeft een zijvleugel aan de zuidkant gesloopt en op de ruimte die vrijkwam werd een woning gebouwd die bewoond zou gaan worden door de familie Zwart die aan de overkant een herenmodezaak had.

Aan de Zuiderkerkstraat ook de begraafplaats van Koog aan de Zaan. Dit kerkhof is aangelegd in 1645 en is dus ouder dan de in 1686 gebouwde kerk. Toen de kerk was gebouwd werd de begraafplaats uitgebreid en kon er ook in de kerk worden begraven. Het begraven in de kerk werd in 1829 verboden.

De begraafplaats is in de 18e eeuw uitgebreid en omstreeks 1824, nadat kerk was vergroot, heringericht. Het 1500 m2 grote kerkhof heeft 241 graven met in totaal 407 personen waaronder leden van de families Honig, Duyvis, Evert Smit en Stuurman maar ook de oprichter van Stuurman Cacao en orgelbouwer Dirk Andries Flentrop. Bijzonder is het graf van Hendrik Sweepe, die F 5000,- naliet aan de gemeente Koog aan de Zaan om zijn graf en dat van zijn vrouw en dochter te onderhouden.

Er wordt niet meer begraven en de begraafplaats is gesloten maar kan op verzoek bezocht worden. Op 19 februari 2021 werd de begraafplaats een gemeentelijk monument waar De Orkaan op 1 maart 2021 een artikel aan wijde.

Vrij bijzonder is ook het hofje aan de Zuiderkerkstraat (huisnummers 6 t/m 51) dat uit 30 voormalige arbeiderswoningen bestaat. Het hofje is gebouwd in 1913-1914 naar een ontwerp van de architecten W.G.J van de Koogh en P.N. Leguit in opdracht van de in 1910 opgerichte woningbouwvereniging De Woning.

In 1980 werd er grootschalig funderingsherstel uitgevoerd en in 2017 werd het hofje opnieuw ingericht waarbij o.a. het riool werd vervangen, nieuwe bestrating werd aangelegd en klassieke lantaarnpalen geplaatst. De woningen zijn nu eigendom van Parteon.

Begraven in Scheveningen: Ter Navolging

Scheveninge- Ter Navolging
Begraafplaats Ter Navolging (Scheveningen) met op de achtergrond de toren van de Nieuwe Kerk (1893)

In al die jaren dat ik begraafplaatsen bezoek, was ik nog nooit op Ter Navolging in Scheveningen geweest. Op zaterdag 6 augustus 2022 is het er toch van gekomen.

Ter Navolging laat zich niet makkelijk vinden. Het toegangshek ligt verscholen tussen een gifgroen geschilderde brasserie en een grijs kantoorgebouw. Dan open je een tweede hek en kom je op een binnenterrein met de ommuurde begraafplaats. Dan loop je weer een hek binnen en sta je op een… kerkvloer.

Mr. Perrenot
Het verhaal van Ter Navolging is bekend. Mr. Abraham Perrenot, domeinraad van de toenmalige prinsen van Oranje, nam het initiatief om in de Scheveningse duinen een begraafplaats aan te leggen. Hij deed dit om een voorbeeld te stellen om niet langer op onhygiënische wijze in kerken en steden te begraven. De eerste begrafenis op Ter Navolging was van een kind op 11 mei 1780. Al snel daarna raakten de vijftien kelders vol en in 1792 was de begraafplaats al uitgegroeid tot 72 kelders, nu 102 kelders.

Door de uitbreiding van Scheveningen door de jaren heen ligt Ter Navolging tegenwoordig niet meer afgelegen in de duinen, maar is omgeven door bebouwing. In 1976 dreigde de begraafplaats geruimd te worden, wat verhinderd werd doordat een plaatselijke uitvaartondernemer er een kindje liet begraven.

Ter navolging
De ideeën van een buitenbegraafplaats – een begraafplaats buiten de bebouwde kom – sloeg aan. De begraafplaats kreeg al spoedig in Begraafplaats Het Heilige Kruis te Zwolle, Oud-Zuilen en Tiel (ook Ter Navolging geheten) navolging.

Begraven in Thiérache, het land van de protestanten

Thiérache, een vrij onbekende streek in de Franse Ardennen, is bekend om zijn versterkte kerkjes. Prachtige bouwwerken met de allure van een vesting. De kerken zijn versterkt met burchttorens, torens, wachttorens en schietgaten. Gebouwd in de woelige 16de en 17de eeuw om te schuilen tegen plunderaars en legeraanvallen.

Parfondeval – Temple protestant

Het is ook de streek waar het protestantisme wortel schoot. Het geloof werd rond 1525 door seizoenarbeiders naar deze streek in Noord-Frankrijk gebracht. In Meaux werd in 1545 de eerste gereformeerde kerk in Frankrijk gebouwd. Het bestaan van vele kleine protestantse begraafplaatsen getuigt van de vitaliteit van de protestantse gemeenschap.

Tempel
Ook Parfondeval, een van de plus belles villages de France, heeft zijn versterkte kerk. Een prachtig exemplaar met een gerestaureerde zolderverdieping en een kleine expositie.
Al wandelend oor het dorp kom je langs de Temple Protestante de Parfondeval (protestantse kerk) die in 1858 werd gebouwd door architect Jules Touchard uit Laon. Daarvoor kwamen de protestanten bijeen In het bakhuis van de bakker. Het kerkje heeft een sober interieur. Schuin tegenover het kerkje ligt de protestantse begraafplaats die nog steeds in gebruik is.

Parfondeval – Protestants kerkhof

Le cimetière protestant
De protestanten begroeven hun doden in hun tuinen omdat zij niet als geloofsgemeenschap waren erkend. Na het Édit de Tolérance in 1787 kregen zij het recht om een eigen begraafplaats te stichten. De begraafplaats van Parfondeval bestaat uit een akker met eenvoudige grafstenen; op sommige prijken bijbelteksten. Vooral op het oude deel heeft het verval toegeslagen.

« Oudere berichten

© 2025 Over de groene zoden

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

Follow by Email
Facebook
Instagram