Het voormalige eiland Schokland wordt nu geheel door land omgeven. Het eiland werd in 1859 op last van koning Willem III ontruimd. De omstandigheden waarin de Schokkers leefden waren door het oprukkende water onhoudbaar geworden. Tijdens de inpoldering van de Noordoostpolder in 1942 kwam het eiland als een zichtbare verhoging in het landschap weer tevoorschijn. Rond de kerk van Middelbuurt, een van de drie buurten op het eiland, is in diverse Zuiderzeehuisjes het eilandmuseum ondergebracht.

Zie kaart: Schokland

Ens, Middelbuurt en Emmeloord
Een rondje Schokland brengt je op de Zuidpunt waar de kerkruïne/kerkhof van Ens en de vuurplaat staan. Op de Noordpunt verrassen het gerestaureerde haventje en twee kleine gebouwen: De Misthoorn en De Lichtwachter. Een kunstwerk in de vorm van een hek markeert het voormalige katholieke kerkhof.
Hoewel Schokland een eiland vormde, werd tot in het begin van de 19de eeuw gesproken over twee ‘eilanden’: het katholieke Emmeloord en het protestantse Ens met de buurtschappen Middelbuurt en Zuidert (Ens).

Twee kerkhoven
Op het eiland lagen twee kerkhoven. Op de zuidpunt liggen de fundamenten van het gereformeerde kerkje van Ens dat tot 1717 dienst deed. De overledenen werden destijds in het kerkje begraven. In dat jaar werd een nieuw kerkje in Middelbuurt in gebruik genomen. De kerk verviel tot een ruïne, maar bleef behouden als kerkhof. Op het kleine kerkhof van Emmeloord werden de katholieken begraven.
Na het gedwongen vertrek van de eilandbewoners in 1845 bleven de doden achter op het eiland. Het katholieke kerkje en pastorie werden in 1860 afgebroken en herbouwd in Ommen. In 1938 werd de Schokker kerk in Ommen vervangen door nieuwbouw. Het gereformeerde kerkje van Middelbuurt raakte in verval, ,maar werd na restauratie onderdeel van het eilandmuseum.

Opgraving van de doden en herbegrafenis
Het kerkhof en de kerk van Ens trokken halverwege de 20ste eeuw de aandacht van archeologen en volkenkundigen. In 1940 werden de stoffelijke resten – mede onder invloed van de rassenleer van de Duitse bezetter – uit de ruïnekerk opgegraven en voor wetenschappelijk onderzoek naar de Universiteit van Amsterdam overgebracht. In die tijd deed men wel vaker onderzoek naar eilandbewoner (zie Urk). Verondersteld werd dat oude raskenmerken herkenbaar moesten zijn, omdat de eilandbewoners door hun eeuwenlange isolement onvermengd waren gebleven. Daarnaast werden de fundamenten van de kerk blootgelegd en in 1944 archeologisch onderzocht.

Het wetenschappelijk onderzoek heeft weinig nieuwe inzichten opgeleverd. De opgegraven beenderen bleven na het onderzoek bewaard. In december 2002 hadden de meeste stoffelijke resten een laatste rustplaats gekregen in het hart van de kerk. In het voorjaar 2003 werd een laatste bewoner van het eiland plechtig herbegraven.

Lees meer: De protestantse en de rooms-katholieke begraafplaatsen op het voormalige eiland op Dodenakkers.