Wandelen over begraafplaatsen

Tag: begraafplaats

Begraven in Bunschoten-Spakenburg: Memento Mori

Bunschoten-Spakenburg, een samensmelting van de oude stad Bunschoten met het vissersdorp Spakenburg, ligt aan de voormalige Zuiderzee. In 1336 kreeg Bunschoten dankzij de strategische ligging op de grens van Holland en Utrecht stadsrechten. Bunschoten bleef ondanks haar nieuw status een dorp. Na de verwoesting van de stad in 1428 werd de stadsgracht gedeeltelijk gedempt. In de loop der tijd zijn beide kernen aan elkaar gegroeid.

De Hervormde kerk is het oudste gebouw van Bunschoten. De kerk werd tussen 1475 en 1500 in laatgotische stijl gebouwd. Rond 1790 werd bij een restauratie besloten het koor en de zijbeuken af te breken. Van de verkoop van de vrijkomende bouwmaterialen kon het schip van de kerk worden gerestaureerd.  

Eeuwenlang werden overledenen in de kerk begraven. De grafzerken op de vloer dateren uit de periode 1620-1808. Na die tijd vonden begrafenissen plaats op het kerkhof naast en achter de kerk. Het oude kerkhof heeft rond 1962 – nadat het al meer dan vijftig jaar gesloten was – plaatsgemaakt voor de huidige parkeerplaats.

Bunschoten - Baarhuis anno 1908
Bunschoten – Baarhuisje anno 1908

Op de plek van het kerkhof staat een monument met ernaast replica’s van twee grafstenen. Op de stenen staan de namen van Wouterus Beukers, burgemeester van Bunschoten en Ds. G. van Goor. Ger. Predikant Bunschoten.

Memento Mori
De aanleg van een nieuwe begraafplaats werd noodzakelijk omdat het kerkhof vol raakte. In 1908 werd een plan ingediend voor aanleg van een nieuwe begraafplaats. De gemeente kocht daartoe een stuk grond aan de Stadsgracht. Onderdeel van het plan was het bestraten van de toegangsweg, het Stadsspui. De begraafplaats was klein van omvang: 39 bij 100 meter. In het midden liep een hoofdpad met aan het einde het baarhuisje. Rondom de begraafplaats werden brede sloten gegraven. De aanleg van de begraafplaats in 1908 kostte 14.000 gulden.

Het baarhuisje op de begraafplaats is in neogotische stijl (1908), gebouwd naar ontwerp van A. Jurling uit Nijkerk. Het baarhuisje ligt in het midden van de oorspronkelijke begraafplaats in de as van het hoofdpad.
Karakteristiek voor de begraafplaats zijn de coniferen.

Bunschoten - Memento Mori Resurrecturis
Resur(r)ecturis

Resur(r)ecturis
Bij de ingang van de begraafplaats staat op de rechterpilaar de spreuk: Memento Mori, Gedenk te sterven. Op de linkerpilaar staat: Resurecturis, Voor hen die weer zullen opstaan. Alleen heeft de steenhouwer een foutje gemaakt. Het moet zijn Resurrecturis oftewel resurrectie, herrijzenis of wederopstanding uit de dood.

Gemeentelijke begraafplaats Memento Mori
Bikkersweg 3
3752 WV  Bunschoten-Spakenburg

Bronnen: bezoek begraafplaats 11 september 2021; artikel Dodenakkers; website Historische Vereniging ‘Bunscote’.

Begraven in Blauwhuis: een literaire bedevaart

Nu ik toch in Bolsward ben, wil ik naar Blauwhuis. Het dorp wordt omschreven als een ‘kleine katholieke enclave in het overwegend protestantse Friesland’ heeft me altijd geïntrigeerd. Hier kwamen ten tijde van de Republiek de katholieken samen in een met blauwe pannen gedekt huis, rond welk het latere dorp ontstond. Architect Pierre Cuypers bouwde er in 1871 zijn eerste Friese kerk in neogotische stijl, gewijd aan Sint Vitus. Bestaat het Rijke Roomsche Leven nog in Blauwhuis?

De opvallende grote kerk is niet te missen in het dorp. De deur van de kerk staat open. Ik loop naar binnen en kan alleen vanachter het hek het interieur van de kerk bewonderen. De ruime kerk biedt een zitplaats aan meer dan vijfhonderd kerkgangers. Zoveel bezoekers zijn er al lang niet meer, ook in dit deel van Friesland heeft de ontkerkelijking hard toegeslagen.

Vrijwilligers aan de slag bij de Blauwe schuur

Veranderde tijden in de enclave
Een hek op het voorplein geeft toegang tot het kerkhof. De deuren van het baarhuisje staan wijd open. Op het schaduwrijke bankje naast het blauwe (!) huisje zitten vier vrijwilligers aan de koffie. Met elkaar onderhouden ze de begraafplaats. Vandaag wordt het gras gemaaid en het onkruid gewied. De begraafplaats ziet er piekfijn uit, de graven glimmen in de zon en de heren hebben zin in een praatje. Voordat ik het in de gaten heb, krijg ik de geschiedenis van deze katholieke enclave te horen. In hun jeugd waren er maar drie ‘andere’, dat wil zeggen niet-katholieke, gezinnen in het dorp. Maar de tijden zijn veranderd. De ooit bloeiende parochie is met drie andere samengevoegd tot een regioparochie. Het kerkhof staat open voor alle bewoners, katholiek of niet katholiek. De heren gaan weer aan de slag en ik loop de groene akker op.

Het kerkhof werd tijdens de bouw van de kerk aangelegd (1870-1871). De opzet is eenvoudig: het terrein is door rechte paden in vakken verdeeld. Vóór 1871 werden de katholieke bewoners van deze streek begraven op een algemene begraafplaats, voorzien van een schepje gewijde aarde in de kist.
Aan de westzijde van het terrein bevindt zich het oorspronkelijke houten baarhuisje en aan de noordzijde de Calvariegroep. Ook zijn er nog twee bijzondere grafmonumenten: het monument met piëta voor pastoor Evers (1892) en het monument met engel voor het echtpaar Ydema-Witteveen (1909/1917). Het houten baarhuisje, ook een ontwerp van Cuypers, werd in de zogenaamde ambachtelijk-traditionele stijl gebouwd.

O kruis onze eenige hoop
De opvallende Calvariegroep, die – volgens het opschrift aan de achterzijde – in 1870 werd ontworpen, staat centraal op het kerkhof. De gekruisigde Christus wordt aan weerszijden ondersteund door Johannes de Evangelist en Maria. Op de voorzijde staat te lezen: “Ik ben de verrijzenis en het leven: die in Mij geloofd zal hebben – al is hij ook reeds gestorven: zal leven. Wees gegroet: o kruis onze eenige hoop waaraan het Heil der wereld heeft gehangen.”

Stammenkruis

Op 26 november 1892 overleed pastoor G.J. Evers, de grote man achter de totstandkoming van de Vituskerk. Zijn graf achter de calvarie wordt gesierd door een piëta, een beeld van Maria met de gestorven Christus op schoot. Op het voetstuk staat te lezen: “Gedenk uwen geestelijke leidsman den Wel. Eerw. Heer G.J. EVERS, geb. te Zwolle 8 jan. 1824 Pastoor Sensmeer (Blauwhuis), 8 maart voorzien van de H.H. Sacramenten overl. 26 nov. 1892. R.I.P.”

Een ander opvallend grafmonument is het stammenkruis – een kruis met de armen in de vorm van knoestige stammen – met  engel. De inscriptie op de ovalen marmeren plaat luidt: “RUSTPLAATS van den heer SYBERCH Y. YDEMA geb. te Workum 14 dec. 1841 overl. te Sneek 11 sept. 1917 en echtgenoote CORNELIA K.L.WITTEVEEN geb. te Oosterend 16 april 1846 overl. te Sneek 25 aug 1909.” De treurende engel omarmt het kruis met zijn linkerarm en wijst met zijn rechterarm en wijsvinger omhoog.

Staalkaart
Verder bestaat het kerkhof uit een verzameling grafmonumenten die een staalboek vormt van de grafstijlen van eind negentiende eeuw tot heden. Aan de zuidkant van het kerkhof ligt een lange smalle strook met kindergraven. De teksten op de kleine stenen en kruizen zijn soms aangrijpend. Op het mededelingenbord hangt de aankondiging van de ruiming van een kindergrafje, tenzij de grafrechten à 22,50 euro worden voldaan. Misschien kan het kerkbestuur de rechten overnemen, zodat het grafje blijft bestaan.

Dat koninkrijk van u…
Bij het verlaten van het kerkhof lees ik het informatiebord en valt mijn oog opeens op de tekst ‘Graf Gerrit Rijpma (1926-1945). Bekend in de Nederlandse literatuur als Graf te Blauwhuis van de volksschrijver Gerard Reve.’ Als ik het gedicht lees, herken ik vooral de veel geciteerde laatste regels: Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat? Maar ook de regel Dag lieve jongen gaat door merg en been. Het verdriet over de dood van een kind, zo jong nog, zit gevat in deze drie eenvoudige woorden.

Gerrit Rijpma. Foto Oorlogsgravenstichting

Reve woonde van 1964 tot 1971 in Greonterp, een dorp op korte afstand van Blauwhuis.  Van zijn buurvrouw, Siuwke Hofmeijer-Rijpma, hoorde Reve het trieste verhaal van haar jonggestorven jongste broer. Het graf, voorzien van een innemend portret, trof hij aan op het kerkhof van de Sint-Vituskerk in Blauwhuis, waar hij ’s zondags de mis bezocht. En zo schreef hij het gedicht Graf te Blauwhuis, dat verscheen in het brievenboek Nader tot u.


Gerrit Rijpma was een jongen van nog maar achttien jaar toen hij in de Tweede Wereldoorlog niet meer kon ontkomen aan een razzia en vervolgens werd doodgeschoten door de Duitsers. Het graf is er niet meer. In 1983 werden de stoffelijke resten van Gerrit Rijpma overgebracht van het kerkhof van Blauwhuis naar het Nationaal Ereveld Loenen.
Maar dit kerkhof is wel de plek waar Rijpma begraven lag. En alleen Gerard Reve kon de zinloosheid van een moord, zijn twijfel aan Gods belofte zo simpel én zo indringend verwoorden als in de woorden Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat?

Graf te Blauwhuis
(voor buurvrouw H. te G.)

Gerard Reve op het kekrhof .Foto nadertotreve.nl

Hij rende weg, maar ontkwam niet,

En werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud.

Een strijdbaar opschrift roept van alles,

Maar uit het bruin geëmailleerd portret

Kijkt een bedrukt en stil gezicht.

Een kind nog. Dag lieve jongen.

Gij, die koning zijt, dit en dat, wat niet al,

Ja ja, kom er eens om,

Gij weet waarom het is, ik niet.

Dat koninkrijk van u, weet u wel, wordt dat nog wat?

Ik ging naar Blauwhuis voor een zoektocht naar de katholieke wortels van het dorp, maar het werd een reis naar een plek met een bijzondere betekenis. Voor een pelgrimage hoef je niet naar Santiago de Compostella, je kunt ook naar Blauwhuis.

Bartho Hendriksen

Dit artikel verscheen eerder in Terebinth, tijdschrift voor funerair erfgoed

Begraven in Koog aan de Zaan:

Uit: De Orkaan, maandag 19 februari 2024

Onherkenbaar. Zo’n 120 jaar geleden lag hier het Domineespad, nu is het de Zuiderkerkstraat in Koog aan de Zaan. De huidige Raadhuisstraat was nog gewoon de Dorpsstraat.

De tijd staat niet stil. Er wordt gebouwd en gesloopt, straten verdwijnen, nieuwe wijken verrijzen. Winkels gaan weg, bedrijven sluiten, groen maakt plaats voor nieuwbouw. De Zaanstreek is de afgelopen decennia sterk veranderd. De Orkaan brengt dat in beeld. Op één plek die in het verleden op de foto is gezet, maken we nu opnieuw ‘dezelfde’ foto. Zoek de verschillen…

De originele foto’s komen uit twee albums met oude Zaanse foto’s die Zaandammer Henk van Dalen op de kop tikte op een rommelmarkt. Bert Versteeg maakte de eigentijdse foto en zorgde ook voor de achtergrondinformatie. Vandaag: het Domineespad (nu Zuiderkerkstraat) in Koog aan de Zaan.

Domineespad (nu Zuiderkerkstraat), Koog a/d Zaan

Op de oude foto zien we de toenmalige Dorpsstraat, de tegenwoordige Raadhuisstraat, in noordelijke richting met links de toegang tot het Domineespad. Van de Raadhuisstraat was nog geen sprake omdat het voormalige raadhuis van Koog aan de Zaan in 1908 is gebouwd, de oude foto is ouder en zal rond 1900 zijn gemaakt. De wegsloot is tussen 1918 en 1925 gedempt.

Dit pad, tegenwoordig Zuiderkerkstraat, lag ten zuiden van de Kogerkerk en kreeg in 1694 een padreglement. Het is waarschijnlijk vernoemd naar de pastorie van de Kogerkerk die pal ten noorden van het pad stond.

In de Zaanstreek is in het verleden door de bewoners van vele paden een zogenoemde padgemeenschap gesticht met het oog op gezamenlijke belangen en plichten. Deze padgemeenschappen zijn er in veel gevallen toe overgegaan de gemaakte afspraken notarieel vast te leggen. Hiermee werden op een voor Holland unieke manier gedragsregels vastgelegd waaraan alle bewoners van het pad zich moesten houden. Vermoedelijk waren notariële bewonersovereenkomsten elders onbekend. Padreglementen zijn namelijk nergens buiten de Zaanstreek gevonden.

De Zuiderkerkstraat is tegenwoordig een straat die begint bij de Raadhuisstraat en doorloopt tot de Kruisstraat en halverwege wordt doorsneden door de Breestraat.

Op de hoek Raadhuisstraat/ Zuiderkerkstraat zien we het nog bestaande pand Zuiderkerkstraat 1, volgens het Kadaster in 1635 gebouwd, hoewel er op de gevel een bord hangt met daarop het jaartal 1627. Deze gevel is een stuk jonger dan de woning en dateert uit de 19e eeuw. Het huis was ooit van T. Goezinne die achter het huis een groentezaak bedreef. Ooit was het pand groter maar de toenmalige eigenaar heeft een zijvleugel aan de zuidkant gesloopt en op de ruimte die vrijkwam werd een woning gebouwd die bewoond zou gaan worden door de familie Zwart die aan de overkant een herenmodezaak had.

Aan de Zuiderkerkstraat ook de begraafplaats van Koog aan de Zaan. Dit kerkhof is aangelegd in 1645 en is dus ouder dan de in 1686 gebouwde kerk. Toen de kerk was gebouwd werd de begraafplaats uitgebreid en kon er ook in de kerk worden begraven. Het begraven in de kerk werd in 1829 verboden.

De begraafplaats is in de 18e eeuw uitgebreid en omstreeks 1824, nadat kerk was vergroot, heringericht. Het 1500 m2 grote kerkhof heeft 241 graven met in totaal 407 personen waaronder leden van de families Honig, Duyvis, Evert Smit en Stuurman maar ook de oprichter van Stuurman Cacao en orgelbouwer Dirk Andries Flentrop. Bijzonder is het graf van Hendrik Sweepe, die F 5000,- naliet aan de gemeente Koog aan de Zaan om zijn graf en dat van zijn vrouw en dochter te onderhouden.

Er wordt niet meer begraven en de begraafplaats is gesloten maar kan op verzoek bezocht worden. Op 19 februari 2021 werd de begraafplaats een gemeentelijk monument waar De Orkaan op 1 maart 2021 een artikel aan wijde.

Vrij bijzonder is ook het hofje aan de Zuiderkerkstraat (huisnummers 6 t/m 51) dat uit 30 voormalige arbeiderswoningen bestaat. Het hofje is gebouwd in 1913-1914 naar een ontwerp van de architecten W.G.J van de Koogh en P.N. Leguit in opdracht van de in 1910 opgerichte woningbouwvereniging De Woning.

In 1980 werd er grootschalig funderingsherstel uitgevoerd en in 2017 werd het hofje opnieuw ingericht waarbij o.a. het riool werd vervangen, nieuwe bestrating werd aangelegd en klassieke lantaarnpalen geplaatst. De woningen zijn nu eigendom van Parteon.

Begraven in Scheveningen: Ter Navolging

Scheveninge- Ter Navolging
Begraafplaats Ter Navolging (Scheveningen) met op de achtergrond de toren van de Nieuwe Kerk (1893)

In al die jaren dat ik begraafplaatsen bezoek, was ik nog nooit op Ter Navolging in Scheveningen geweest. Op zaterdag 6 augustus 2022 is het er toch van gekomen.

Ter Navolging laat zich niet makkelijk vinden. Het toegangshek ligt verscholen tussen een gifgroen geschilderde brasserie en een grijs kantoorgebouw. Dan open je een tweede hek en kom je op een binnenterrein met de ommuurde begraafplaats. Dan loop je weer een hek binnen en sta je op een… kerkvloer.

Mr. Perrenot
Het verhaal van Ter Navolging is bekend. Mr. Abraham Perrenot, domeinraad van de toenmalige prinsen van Oranje, nam het initiatief om in de Scheveningse duinen een begraafplaats aan te leggen. Hij deed dit om een voorbeeld te stellen om niet langer op onhygiënische wijze in kerken en steden te begraven. De eerste begrafenis op Ter Navolging was van een kind op 11 mei 1780. Al snel daarna raakten de vijftien kelders vol en in 1792 was de begraafplaats al uitgegroeid tot 72 kelders, nu 102 kelders.

Door de uitbreiding van Scheveningen door de jaren heen ligt Ter Navolging tegenwoordig niet meer afgelegen in de duinen, maar is omgeven door bebouwing. In 1976 dreigde de begraafplaats geruimd te worden, wat verhinderd werd doordat een plaatselijke uitvaartondernemer er een kindje liet begraven.

Ter navolging
De ideeën van een buitenbegraafplaats – een begraafplaats buiten de bebouwde kom – sloeg aan. De begraafplaats kreeg al spoedig in Begraafplaats Het Heilige Kruis te Zwolle, Oud-Zuilen en Tiel (ook Ter Navolging geheten) navolging.

Begraven in Thiérache, het land van de protestanten

Thiérache, een vrij onbekende streek in de Franse Ardennen, is bekend om zijn versterkte kerkjes. Prachtige bouwwerken met de allure van een vesting. De kerken zijn versterkt met burchttorens, torens, wachttorens en schietgaten. Gebouwd in de woelige 16de en 17de eeuw om te schuilen tegen plunderaars en legeraanvallen.

Parfondeval – Temple protestant

Het is ook de streek waar het protestantisme wortel schoot. Het geloof werd rond 1525 door seizoenarbeiders naar deze streek in Noord-Frankrijk gebracht. In Meaux werd in 1545 de eerste gereformeerde kerk in Frankrijk gebouwd. Het bestaan van vele kleine protestantse begraafplaatsen getuigt van de vitaliteit van de protestantse gemeenschap.

Tempel
Ook Parfondeval, een van de plus belles villages de France, heeft zijn versterkte kerk. Een prachtig exemplaar met een gerestaureerde zolderverdieping en een kleine expositie.
Al wandelend oor het dorp kom je langs de Temple Protestante de Parfondeval (protestantse kerk) die in 1858 werd gebouwd door architect Jules Touchard uit Laon. Daarvoor kwamen de protestanten bijeen In het bakhuis van de bakker. Het kerkje heeft een sober interieur. Schuin tegenover het kerkje ligt de protestantse begraafplaats die nog steeds in gebruik is.

Parfondeval – Protestants kerkhof

Le cimetière protestant
De protestanten begroeven hun doden in hun tuinen omdat zij niet als geloofsgemeenschap waren erkend. Na het Édit de Tolérance in 1787 kregen zij het recht om een eigen begraafplaats te stichten. De begraafplaats van Parfondeval bestaat uit een akker met eenvoudige grafstenen; op sommige prijken bijbelteksten. Vooral op het oude deel heeft het verval toegeslagen.

Begraven in Nagele: De doorgang naar de hemel

De berceau van Mien Ruys

Aan de westkant van het dorp Nagele ligt in de omringende groengordel de kleine dorpsbegraafplaats. De begraafplaats is ontworpen door de eigenzinnige tuinarchitecte Mien Ruys (1904-1999). Ruys was van mening dat iedereen na de dood gelijk was. Een berceau, een loofgang, waar iedere overledene zijn laatste gang door maakt, symboliseert deze gelijkheid. De overledenen komt de begraafplaats binnen via de veertig meter lange groene tunnel. Aan het einde van deze tunnel gloort het licht: de hemelpoort.

Overzicht begraafplaats

In 1932 kwam de Afsluitdijk gereed, tien jaar later viel de Noordoostpolder droog. Na de Tweede Wereldoorlog werd een begin gemaakt met de inrichting van de polder. Bij het ontwerp van de dorpen werd gekozen voor de traditionele Hollandse stijl van de Delftse School. De geachte was bewoners zo sneller konden aarden op het nieuwe land. Dorpsbrinken en huizen van rode baksteen en schuine daken en rode dakpannen bepaalden het aanzicht van de tien dorpen. Nagele, het elfde dorp, vormde qua architectuur een gedurfde uitzondering in de strak ingerichte Noordoostpolder.

Dorp Nagele
Nagele – ooit een eiland in de woelige Zuiderzee dat in de middeleeuwen in de golven verdween – moest 270 woningen, drie kerken, drie scholen, winkels, een dorpshuis, een sportzaal, horeca en een begraafplaats krijgen. Het dorp was een project van de architectengroepen De 8 en Opbouw waarin bekende architecten zoals Gerrit Rietveld, Aldo van Eyck en tuinarchitect Mien Ruys samenwerkten. Licht, ruimte en leefbaarheid vormde het motto van deze modernisten.

Plattegrond begraafplaats met links van de berceau het katholieke deel en rechts het algemene deel

Begraafplaats
De begraafplaats in Nagele is als enige begraafplaats in de Noordoostpolder niet ontworpen door de Directie Wieringermeer maar door tuinarchitecte Mien Ruys. Zij had een voorkeur voor vierkanten, rechte lijnen en geometrische vormen. Als tegenhanger stelde Ruys een bonte, kleurige, losse en natuurlijke beplanting.
In het programma van eisen stond voorgeschreven dat het rooms-katholieke deel en het algemene deel van de begraafplaats, respectievelijk een derde en twee derde van het totale oppervlak, gescheiden van elkaar moesten worden. Ruys was echter van mening dat iedereen na de dood gelijk was. Een berceau, een loofgang, waar iedere overledene zijn laatste gang door zou maken, moest deze gelijkheid symboliseren.

Berceau van Mien Ruys
De ‘Berceau van Mien Ruys’ is na meer dan vijftig jaar na dato alsnog door de inzet en volharding van vrijwilligers uit het dorp gerealiseerd. Op 10 juni 2010 vond de opening van de loofgang plaats door het onthullen van een gedenksteen met de tekst: “Samen zijn we overal”. Vanuit de berceau valt het oog op de door Piet van der Sar ontworpen klokkenstoel die in oktober 2017 geplaatst is. In de klokkenstoel hangt een luidklok die afkomstig is van begraafplaats De Wissel in Dronten.
Even verderop staat op het rooms-katholieke deel van de begraafplaats een Keltisch kruis. Het kruis sierde tot de sluiting van de van de R.K. St. Isidoruskerk (tegenwoordig Museum Nagele) de klokkentoren.

Overl. te Zuidlaren

Begraafplaatsen bij psychiatrische instellingen

Themanummer begraafplaatsen psychiatrische instellingen

In Nederland vind je zestien begraafplaatsen op (voormalige) psychiatrische instellingen. Beeldredacteur Bert Pierik maakte foto’s op Vrederust in Halsteren en op De Grote Beek in Eindhoven. Herdenkingsmonumenten noemen nu de namen van de anonieme patiënten van toen. Soms raakte zelfs een hele begraafplaats uit het zicht, zoals blijkt uit het artikel van Henk Mulder over de geschiedenis van de R.K. Begraafplaats Het Groot Graffel in Warnsveld.

Wandeling in Zuidlaren
Rond 1900 werden de psychiatrische ziekenhuizen buiten de steden gebouwd. Dat maakt hun begraafplaatsen nu goed voor een interessante wandeling en een bezoek aan een museum gewijd aan de ontwikkeling van de psychiatrie. Bartho Hendriksen beschrijft zo’n wandeling met museumbezoek op Dennenoord in Zuidlaren.

Lees verder

Begraafplaats Dennenoord, Zuidlaren

Heimwee naar het Weekend van de Begraafplaats?

Bezoek een begraafplaats tijdens Open Monumentendag

Het laatste Weekend van de Begraafplaats vond plaats in 2021. Veel beheerders van (historische) begraafplaatsen en bezoekers kijken met plezier en weemoed terug op deze bijzondere dagen. Tijdens het weekend – eerder tijdens de Week – zetten begraafplaatsen hun poorten open en organiseerden tal van activiteiten. Deelname van begraafplaatsen aan Open Monumentendag was het alternatief voor het wegvallen van de Week.

Weekend van de Begraafplaats

Dit jaar is het thema van Open Monumentendag ‘Erfgoed van routes, netwerken en verbindingen’. Onder de slogan ‘Onderweg’ worden in het weekend van 14 en 15 september tal van activiteiten georganiseerd en zetten monumenten hun deuren open.

Meer dan honderd begraafplaatsen – 117 om precies te zijn (stand 26 augustus) – doen mee aan Open Monumentendag. Een mooi aantal. Je vindt alle deelnemende begraafplaatsen en hun activiteiten op de website van OM. Trek er weekend op uit en geniet van de rust, de ruimte, de architectuur, het ontwerp, het groen en de geschiedenis van de begraafplaatsen.

Het grafeiland van baron van Brakell in Ommeren

Aan de Provincialeweg N320 (Culemborg – Kesteren) ligt ter hoogte van Ommeren op het landgoed den Eng het Streekmuseum Baron van Brakell. De baron was een bijzonder man. Daarover waren zijn tijdgenoten het eens. Een militaire loopbaan lag voor de hand voor een man van zijn stand, maar een ‘ongemak aan den voet’ weerhield hem daarvan. Hij werd boer, of liever landbouwpionier.

Van Brakell (1768-1852) was niet alleen zijn tijd vooruit in het boerenbedrijf, maar ook in de omgang met zijn pachters. De baron en zijn vrouw bewoonden Huize Den Eng. Het huidige huis, schuin tegenover het museum, staat op de plek van het in de Tweede Wereldoorlog verwoeste oorspronkelijke landhuis. Het echtpaar kreeg geen kinderen en liet al zijn geld na aan een fonds voor de behoeftigen in Meerten, een buurtschap ten zuiden van Lienden. Ook de bouw van het nieuwe museum werd uit de nalatenschap bekostigd.

Bruggetje naar het grafeiland

Grafeiland
Geldersch Landschap en Kasteelen beheert het landgoed den Eng. Bij de receptie van het museum ligt een folder met een bomenlijst aan de hand waarvan je door het bosplantsoen, ook wel door Van Brakell de ‘wandeling’ genoemd, wandelt. In het bos stond op een heuveltje zijn kerkje. Na de dood van Van Brakell in 1865 raakte het kerkje in onbruik. In de vijver direct achter het museum ligt een eilandje, waar Van Brakell en zijn vrouw liggen begraven. Achter de vijver ligt nog een heuveltje, waar zijn paarden werden begraven.

‘Hieronder rusten / F.L.W. van Brakell / geb.8 april 1788 / ontslapen 11 augustus 1865 / en / A.F.C.J. van Brakell / geb. van Nijverheim / den 4 sept. 1804 / overleden 1 febr 1892’.

Jean-Jacques Rousseau
Ongetwijfeld is de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) hun grote inspirator geweest. Rousseau werd op 4 juli 1778 begraven op het Île des Peupliers in Ermenonville (departement Oise), dat uitgroeide tot een bedevaartsoord voor zijn vele bewonderaars. Op 11 oktober 1794 werd zijn stoffelijk overschot verplaatst naar het Panthéon , waar ze bij de overblijfselen van Voltaire werden geplaatst.

De Betuwe zoals het was
Het streekmuseum Baron van Brakell geeft een aardig beeld van het wonen en werken in de West-Betuwe in vroegere tijden. In de kelder staat een imposante collectie boerenwagens die vroeger in het Rivierengebied werden gebruikt. Met enkele handelingen konden deze wagens als waren het moderne MPV’s gebruikt worden voor het vervoer van graan, personen en soms voor begrafenissen. In de kelderruimte staan twee grote rouwkoetsen opgesteld.

Begraafplaats Wolfheze

Honderden betonnen paaltjes met een nummer

Verscholen in de bossen rond Wolfheze ligt de locatie Wolfheze van Por Persona, een organisatie die zich richt op het bieden van geestelijke gezondheidszorg in Gelderland. Tegen de westgrens van het terrein verschuilt zich de begraafplaats waar patiënten, medewerkers en sinds 1993 ook dorpsbewoners worden begraven. De instellingsbegraafplaats heeft een oppervlakte van een hectare en telt ongeveer zevenhonderd graven.

De eerste bewoning van het gebied rond het huidige dorp Wolfheze dateert van 2000 v. Chr. De bewoners begroeven hun doden of plaatsten de asurnen in grafheuvels. In 1910 zijn zeven grafheuvels onderzocht, waarbij klokbekers, vuurstenen pijlpunten en een koperen dolk zijn gevonden. Deze bewoners hadden geen vaste verblijfplaats, ze trokken rond op zoek naar jachtgebieden. Pas rond 1000 na Chr. is er sprake van een dorp met kerk en enkele boerenhoeven. In de late middeleeuwen werd Laag- of Oud-Wolheeze, gelegen op ongeveer een kilometer ten zuiden van het huidige dorp, grotendeels verlaten. De Spanjaarden maakten in 1585 de restanten van het dorp met de grond gelijk. In 1845 werd station Wolfhezen aan de spoorlijn Utrecht-Arnhem. Rond het station ontstond bebouwing.

In december 1905 koopt ‘De Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Geestes- en Zenuwzieken in Nederland’ (VCVGZ) 89 hectare grond ten zuidwesten van het station Wolfhezen (toen geschreven nog met een ‘n’ aan het einde) voor de bouw van haar vierde Krankzinnigengesticht in Nederland. Eerder opende de VCVGZ locaties in Ermelo (Veldwijk), Den Haag (Bloemendaal) en Zuidlaren (Dennenoord).
Eind 1907 was de eerste bouwfase voltooid en werd het gesticht plechtig geopend. De stichting bepaalde (en bepaalt nog steeds) voor een groot deel het dagelijks leven in het dorp. Veel inwoners werken in het ‘gesticht’.

Aanleg begraafplaats
In 1907 richtte de stichting een verzoek aan de gemeente Doorwerth – bijna het gehele terrein lag destijds in de toenmalige gemeente Doorwerth – om op het terrein een eigen begraafplaats te mogen inrichten. Op 4 december 1907 reageerde de gemeente positief op het verzoek. De begraafplaats werd een jaar later aangelegd en omheind met dennen. Op 14 maart 1908 overleed mevrouw W. Goosen (ingeschreven als patiënt nr. 125). Zij werd als eerste begraven op de begraafplaats. Slechts een eenvoudig betonnen paaltje met het nummer 1 markeert haar graf. En zo zou het nog tientallen jaren doorgaan, nummerpaaltjes op de graven van de doden. Alleen in het register werden hun namen genoteerd.

Nummerpaaltjes

Personeelsleden en dorpsbewoners
Ook personeelsleden van de Stichting kregen vaak hun laatste rustplaats op het terrein. Wie op het terrein van het gesticht woonde en werkte, kon daar ook – zij het op een apart gedeelte van de begraafplaats – worden begraven. Zij kregen wel een grafsteen met hun naam en geboorte- en overlijdensdatum.
In 1993 kreeg de begraafplaats een opknapbeurt waarbij het terrein werd uitgebreid. Sinds die tijd worden er naast bewoners en personeelsleden ook veel dorpsbewoners begraven.

Bombardement met 87 slachtoffers​
Het bombardement van de geallieerden op Wolfheze op zondagmorgen 17 september 1944 eiste vele doden, zowel onder de dorpsbewoners als onder patiënten en hun verzorgers. In de loop van de week na het bombardement groeide het aantal doden zelfs tot 87 (50 patiënten en 37 burgers/personeelsleden). Op vrijdag 22 september vond de begrafenis van de slechtoffers plaats, als het in de lucht eindelijk vrij rustig is. Zes burgers werden op verzoek van de nabestaanden elders begraven.
Op 17 september 1946 (twee jaar na bombardement) werd, na een herdenkingsdienst in Gereformeerde Kerk, op het massagraf van personeel en burgers het monument onthuld. Pas later werden bij het massagraf van de patiëntn drie herdenkingsstenen geplaatst in een gemetselde entourage.

Verantwoording
Bron: Wolfheze, www.wolfheze.nl. Bezoek aan de begraafplaats en museum 20-5-2018 en 5-11-2023

Verder lezen
De Gelderlander 18-11-2024

© 2025 Over de groene zoden

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

Follow by Email
Facebook
Instagram