Het Groot Graffel, Warnsveld
Op zoek naar begraafplaatsen bij psychiatrische instellingen, reis ik af naar Warnsveld in de Achterhoek. Op de kaart zie ik dat het terrein van de huidige instelling GGNet Groot Graffel grenst aan de Algemene Begraafplaats Warnsveld. In de literatuur vind ik terug dat Groot Graffel een eigen ‘kerkhof’ moet hebben gehad. Is dit Vak D op de huidige begraafplaats of moet er nog een ‘kerkhofje’ zijn geweest? Tijd voor een bezoek.
Groot Graffel was ooit een landgoed, verborgen in de bossen achter Warnsveld. In 1899 werd het landgoed door het Oude- en Nieuwe Gasthuis in Zutphen aangekocht om een buitengesticht voor krankzinnigenverpleging te stichten. Daarmee haakte het Gasthuis in op de trend eind negentiende eeuw om psychiatrische patiënten te verplegen buiten de stad. Het terrein bestond uit oorspronkelijk uit een woonhuis en een boerderij, maar breidde zich in de loop van de tijd tot een klein dorp.
Op 1 juli 1901 werden de eerste patiënten opgenomen. Het aantal patiënten steeg al snel uit tot boven de 175 en het aantal verzoeken tot plaatsing bleef groeien. Tot 1969 veranderde er binnen Het Groot Graffel niet heel veel. Patiënten verbleven op grote slaapzalen en hadden nauwelijks privacy. De zogenoemde bedverpleging was populair, vooral bij onrustige, lichamelijk zieke en epileptische patiënten.
Tweede Wereldoorlog
Vanaf januari 1943 kwamen steeds meer patiënten die verbleven in instellingen bij de kust naar Het Groot Graffel. De Duitse bezetter vreesde voor een invasie van de geallieerden en hadden diverse gebouwen van psychiatrische instellingen aan de kust gevorderd voor hun eigen manschappen. Zo verbleven op het ‘hoogtepunt’ 1250 patiënten op het terrein terwijl er slechts 475 bedden beschikbaar waren. Aan het einde van de oorlog overleden bijna 200 patiënten ten gevolge van ondervoeding, ziekten als dysenterie en tyfus, slechte hygiënische omstandigheden en door rechtstreeks oorlogsgeweld. Ze werden anoniem begraven in Vak D op de begraafplaats van Groot Gaffel, nu een onderdeel van de Algemene Begraafplaats Warnsveld.
Gedenkpark Warnsveld
Op een vrijdag in september ligt het Gedenkpark Warnsveld – in de gemeente Zutphen heten de begraafplaatsen gedenkparken – er verlaten bij. De groenploeg is zojuist vertrokken. De grote parkeerplaats is op mijn auto na verlaten. Ik loop het oudste deel van de begraafplaats op. Dit gedeelte dateert uit 1829 en lag toen in een bosrijke omgeving. In de twintigste eeuw is het bos verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een grasveld.
Een deel van de oude graven is bewaard gebleven, zoals twee imposante grafkelders voor adellijke families. Een opmerkelijk monument, een vierhoekige zuil met obelisk en opgericht ‘door dankbare onderwijzers’, herinnert aan het leven en werk van Adriaan van der Ende (1768-1846). Deze oud-predikant wijdde een groot deel van zijn leven aan de verbetering van het openbaar onderwijs. Op de obelisk staat het jaartal 1806 van de eerste onderwijswet. Hij overleed op 28 juli 1846 in huis Geessink aan de weg tussen Warnsveld en Lochem (eind 19de eeuw gesloopt), maar ligt niet onder het monument begraven. Waar dan wel, is onduidelijk.
Monument
Wat achteraf ligt een grasveld dat grenst aan het terrein van GGNet Groot Graffel. Door een hek zijn beide terreinen met elkaar verbonden. Op een bordje onder een berkenboom staat te lezen ‘Vak D’. In dit vak werden de bewoners van De Groot Graffel sinds 1902 begraven. In totaal liggen er naar schatting zeshonderd patiënten – anoniem en onder de groene zoden – begraven.
Het monument is opgericht ‘Ter herinnering aan alle psychiatrische patiënten die tijdens hun verblijf op Het Groot Graffel omkwamen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. En aan alle patiënten die hier vanaf 1902 ongenoemd begraven liggen.’ Het bestaat uit een rechthoekige zuil van metaal met aan de voor- en achterzijde glazen plaquettes. Boven op de zuil staat een metalen sculptuur. Het beeld en de tekst zijn gemaakt door Hein Smeerdijk.
Monument vergeten patiënten
De tekst op de plaquette aan de achterzijde luidt:
‘Toegedekt door aarde
Rusten zij, niet genoemd
Grassen en een enkele bloem
Geven slechts hun rustplaats aan,
Niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.
Geen steen maar slechts grastapijt
Met bordje vak D
Is er voor hen ter herinnering,
Niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.
Zo blijven zij in onze gedachten
Die aan onze zorg werden toevertrouwd,
Levend in hun eigen wereld
Die niet de onze was.
Dierbaar waren de momenten
Waarop gevoelens helder waren,
Niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.
De steen spiegelt hun leven
Omringd door zorg.
Ruwe vlakken, grillige vormen
Van hun gemoedstoestand.
Gepolijste delen, puurheid
Van hun ziel.
Niet genoemd, maar toch hadden zij een naam.
De steen die ons even stil doet staan
Bij wie ze waren
Met naam.’
Het wordt laat en daarom moet ik de zoektocht naar een eventueel tweede ‘kerkhof’ op het terrein staken. Misschien dat een lezer mij verder kan helpen.
Bartho Hendriksen
30 september 2022
Bron: GGNet en bezoek aan begraafplaats.