Funeraire wandeling in Buren
Volg deze wandeling op de kaart
Buren heeft alles wat een vestingstadje bijzonder maakt: stadsmuren en wallen, een poort, een monumentale kerk met imposante toren, een middeleeuws stadhuis, een weeshuis en aardige straatjes. Het stadje is trots op de titel ‘Oranjestad’ en koestert een warme band met de Oranjes. In 1551 trouwde Willem van Oranje in de Sint Lambertuskerk met Anna van Egmond, de rijke erfdochter van het graafschap Buren. Sindsdien is de titel ‘graaf van Buren’ in het bezit van de familie Oranje-Nassau.
De opvallende toren van de Sint Lambertuskerk ① bepaalt al eeuwenlang de skyline van Buren. De kerk werd in 1367 gesticht als kleine kapel en in 1395 tot parochiekerk verheven. De wandeling start bij de kerk. Vanouds werd er in en om het godshuis begraven. In de kerk is de graftombe van de graven van Buren te zien. Maria van Nassau – dochter van Willem van Oranje en Anna van Buren – werd hier als laatste bijgezet in 1616. Na verloop van tijd vervaagde de herinnering aan de graven van Buren en raakte de grafkelder in vergetelheid.
Naar het kasteelpark
De Culemborgse of Huizenpoort – de enige bewaard gebleven stadspoort – vormde de verbinding tussen het stadje en het (verdwenen) kasteel Huijs Buren. Vanaf 1804 werd het kasteel geleidelijk gesloopt. Omdat het kerkhof naast de kerk te klein was geworden, werd in 1828 op het noordoostelijke rondeel een nieuwe begraafplaats aangelegd. In 1847 werd de Joodse begraafplaats verhuisd van de Aalsdijk naar een plek naast de nieuwe begraafplaats.
Grafelijke grafkelder
Dankzij het doorzettingsvermogen van dominee J. van den Kieboom werd in 1895 de grafkelder ontdekt. Geruchten over de rustplaats deden al lang de ronde, maar bewijzen waren niet voorhanden. Met behulp van een plattegrond waarop zich voor de preekstoel een opvallende witte vlek bevond, werd al vrij snel een grafkelder die slechts tien centimeter onder de vloer lag blootgelegd. Twee kisten droegen een opschrift, zodat met zekerheid kon worden vastgesteld dat het Maria van Oranje en Maximiliaan van Egmond betrof. In de overige halfvergane kisten lagen drie andere familieleden. Na de ontdekking werden de stoffelijke resten herkist en de grafkelder dichtgemetseld. Bij de restauratie in 1975-1980 werd de grafkelder definitief afgesloten met een deksteen, de tekst: ‘Ingang grafkelder prinses’ houdt de herinnering aan Maria van Oranje levend.
Het terrein van de algemene begraafplaats ② werd een paar maal vergroot en bij de laatste uitbreiding in 1883 verrees een poortgebouw dat voorzien werd van een fraai smeedijzeren hekwerk. Op het terrein staan twee opvallende mausolea. De algemene begraafplaats – sinds de aanleg van de nieuwe begraafplaats aan de Blatensedijk de ‘oude’ genaamd – dateert van 1828.
In 1859 besloot de gemeenteraad op het voormalige kasteelterrein een wandelpark aan te leggen. Karl Georg Zocher, een telg uit het bekende 19de-eeuwse familie van park- en tuinarchitecten, kreeg de opdracht . De hoge wallen werden deels afgegraven en op de glooiende hellingen komt een park met slingerende paden.
Oude en Nieuwe Joodse begraafplaats
De oudste vermelding van de aanwezigheid van joden in Buren dateert uit 1646, toen Moses Ephraïm door prins Frederik Hendrik in zijn hoedanigheid als graaf van Buren, werd aangesteld als pachter van de Bank van Lening in Buren. De erkentelijkheid van Frederik Hendrik blijkt ook uit het feit, dat na 1672 hem een stuk grafelijke grond werd geschonken, om daarop een Joodse begraafplaats in te richten. Het stuk werd als zodanig in gebruik genomen en is nu nog te vinden aan het begin van de huidige Aalsdijk te Buren, aangeduid met de borden: ‘Voormalige Israëlietische Begraafplaats’.
De grond aan de Aalsdijk ⑤ werd in 1672 aan Moses Ephraim geschonken om daar een Joodse begraafplaats op te richten. De aanleg van een begraafplaats is een bewijs van het bestaan van een Joodse gemeenschap in Buren, hoewel er ook teraardebestellingen uit omliggende plaatsen plaats vonden. In 1845 werd een tweede begraafplaats ③ in gebruik genomen gelegen op de voormalige kasteelwal naast de algemene begraafplaats. De laatste begrafenis vond hier in 1895 plaats.
RK Begraafplaats
De naamloze RK Begraafplaats ④ aan de Hennisdijk behoort aan de nabijgelegen Sint-Gregoriuskerk. In 1886 werd met de bouw van deze kerk begonnen naar een ontwerp van G. te Riele Wzn in de stijl van de neogotiek. Op 1 juni 1887 vond de plechtige inwijding plaats van de kerk. Rond die tijd werd de begraafplaats aangelegd. Het ontwerp is eenvoudig: twee grindpaden in de vorm van een kruis met op de kruising een kruisbeeld (calvarieberg). Op het lege grasveld staat in een hoek een klein wit gebouwtje, het knekelhuis.
Nieuwe Algemene Begraafplaats
Vanaf de RK Begraafplaats is het een flinke wandeling door het buitengebied van Buren naar de Aalsterdijk, Een groen bordje achter een hek in een weiland markeert de (Oude) Joodse Begraafplaats ⑤. Een ANWB-bordje geeft uitleg.
Uiteindelijk kom je bij de Nieuwe Algemene Begraafplaats ⑥. De begraafplaats werd aangelegd met het oog op de toekomst in een tijd dat cremeren nog niet zo’n vlucht had genomen. Achter hek ligt een vooral leeg terrein met alleen in een hoek een bescheiden aantal grafstenen. Van het plan uit 2020 om een deel van de begraafplaats in te richten als natuur(lijke) begraafplaats is nooit meer iets vernomen.
Bartho Hendriksen