“Eerst liepen wij tien minuten door heerlijke rogge en genaakten zoo het gesticht, dat een vrij aangenaam voorkomen heeft, zijnde met boomen hier en daar overschaduwd en op een oude Schans nog met grachten omringd, opgebouwd”, schreef de jurist Jacob van Lennep in 1823 over zijn bezoek aan de bedelaarskolonie in de Ommerschans. Op het eerste gezicht leek de landbouwkolonie aan de verwachtingen te voldoen: bedelaars en landlopers uit heel het land verdienden hier een eerlijke boterham door de wildernis te ontginnen en tot goudgele akkers om te vormen. Maar de schijn bedroog. Eenmaal binnen de muren van het gesticht troffen Van Lennep en zijn vriend Dirk van Hogendorp een bedroevende situatie aan vol honger, ziekte en onrecht.

De groene vestingwallen van de Ommerschans herinneren nauwelijks aan het drama dat zich hier twee eeuwen geleden voltrok. De begraafplaats is vrijwel het enige wat rest van de bedelaarskolonie Ommerschans. Onder de wortels van de bomen rusten mannen, vrouwen en kinderen, waarvan velen zonder naam en zonder steen zijn begraven. De begraafplaats vormt de enige tastbare herinnering aan de onvrije kolonie die tot mislukken was gedoemd.

Van schans tot strafkolonie

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd op de smalle zandrug door het plaatselijke moeras van een verdedigingsschans tussen 1623 en 1628 opgeworpen. De schans was bedoeld om de weg door het veen naar de noordelijke provincies te beschermen tegen de Spanjaarden. Later in de 17de eeuw nam de bisschop van Münster, bijgenaamd Bommen Berend, tot twee keer toe de Ommerschans in.

In 1819 werd het terrein in bruikleen gegeven aan de Maatschappij van Weldadigheid, een project van Johannes van den Bosch. De Maatschappij stichtte ‘vrije’ kolonies in onder andere Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord. In de onvrije kolonie Ommerschans werden personen van ‘minder zedelijk en goed gedrag’ opgenomen: bedelaars, vagebonden, mensen die niet in staat waren een zelfstandig bestaan te leiden, vondelingen en weeskinderen. Op het terrein van de kolonie stonden naast het grote hoofdgebouw ook kerken, een school en een gevangenis. En er was zelfs een eigen begraafplaats met een lijkenhuisje.

De kolonie liep uiteindelijke tegen financiële problemen aan en werd in 1859 overgenomen door de regering. In 1870 werden de vrouwen en kinderen overgeplaatst naar Veenhuizen. Uiteindelijk werd de kolonie in 1890 definitief gesloten. Aan de rand van het gebied ging werd een opvoedingsgesticht voor ontspoorde jongens, dat de naam Veldzicht kreeg, gebouwd.

Begraafplaats

Nadat in 1821 de eerste bewoner in de kolonie overleed, werd op de oude verdedigingswal van de zuidelijke omgrachting een begraafplaats ingericht. In totaal zijn hier 5312 mensen begraven, waaronder 500 kinderen. De indeling van de begraafplaats is overzichtelijk: katholieken links (gewijde grond), protestanten rechts. De grafstenen vooraan zijn van personeelsleden van de straf- en bedelaarskolonie en hun familieleden. De kolonisten werden anoniem begraven in grote kuilen, zonder grafsteen of naam. De witte kruizen markeren de graven van de bewoners van de latere kliniek Veldzicht. De begraafplaats was oorspronkelijk een open terrein met langs de kant een rij grote eiken.

Achteraan ligt een grafzerk van de familie Moll. Petrus Moll was fabrieksbaas van het bedelaarsgesticht en lid van de katholieke kerk. Zijn vrouw en vier kinderen liggen hier ‘In afwachting des blijde herrijzenis’. Het grafschrift besluit met de woorden: ‘Dat zij rusten in vrede. Amen.’

Zientje Hoogenberg

Zientje Hoogenberg was de dertien jaar oude dochter van een pachter van een van de hoeven die bij de kolonie hoorde. Op 15 oktober 1889 werd zij door een van de bedelaars aangerand en met een mes om het leven gebracht. 

Achterstallig onderhoud

in 2007 startte op initiatief van Staatsbosbeheer en de vereniging De Ommerschans het onderhoud de begraafplaats ter hand genomen. De oorspronkelijke padenstructuur, werd hersteld, het lijkenhuisje en het grafmonument van de familie Moll hersteld. De begraafplaats werd afgesloten met een toegangshek. Op de pijlers staan links de tekst OMMER en rechts SCHANS. Een kleine brug verbindt de begraafplaats met het vroegere kolonieterrein. Het gerenoveerde lijkenhuisje doet nu dienst als overdekt informatieruimte.

Praktische informatie

 Ommerschans, Begraafplaats Maatschappij van Weldadigheid
Balkerweg 75
7739 PT Ommerschans
Kaart