Zo’n zevenhonderd mensen werden al begraven op de begraafplaats in Zeewolde. De gemeente is niet van plan hen te vergeten en laat een lijst maken met waardevolle graven om de geschiedenis van het nog jonge polderdorp te bewaren. Bijzonder, ontwrichtend, macaber soms.

Door Teake Dijkstra, De Stentor, 03-04-21

,Het is hier heel mooi’’, zegt cultuurhistoricus Korrie Korevaart over de parkachtige begraafplaats aan de Dasselaarweg. Wat haar behalve de indeling in ‘grafheuvels’ opvalt is het aantal houten gedenktekens en zwerfkeien. ,,Ik denk dat dat te maken heeft met de polder en het water. Dat is wel passend”.
Voor Terebinth, een landelijke stichting voor funerair erfgoed (begrafplaatsen en grafmonumenten), gaat zij in opdracht van de gemeente Zeewolde samen met historicus Wim Cappers een lijst opstellen van waardevolle graven. Aan de hand van die lijst gaat de gemeente beslissen welke graven intact blijven, ook als het grafrecht is verlopen. 

Een verzameling

Alle gedenktekens en graven zijn waardevol, weet Korevaart en het lijkt lastig om daaruit een lijst te destilleren, maar uiteindelijk ontstaat over zoiets toch overeenstemming, is haar ervaring. ,,We gaan dat rustig onderzoeken en praten met mensen die veel weten van de lokale geschiedenis. Er komt toch altijd een verzameling bovendrijven.’’

Het eerste graf

Op de lijst komt in elk geval het eerste graf, van juli 1984 – de gemeente Zeewolde bestond nog maar net. Die eerste persoon kwam hier niet vandaan. Het gaat om Gerda Merchel. Ze was een Duits ‘heroïnehoertje’ van 21 jaar en werd vermoord gevonden in de Groenewoudsetocht (zie kader). ,,Dat zijn niet de verhalen die je zoekt, maar het is wel het eerste graf.’’

Op het graf van Gerda Merchel, het eerste graf op de begraafplaats in Zeewolde, staan oude struikjes. Voor de foto is het houten gedenkteken dat er ooit op is gezet en nu in de opslag ligt, even teruggezet. De tekst luidt: 'Wie brak jouw kleine hart, kleurde je ogen zwart. Wie brak jouw vleugel in de vreugde van hun vlucht. Rust zacht lieve Gerda
Op het graf van Gerda Merchel, het eerste graf op de begraafplaats in Zeewolde, staan oude struikjes. Voor de foto is het houten gedenkteken dat er ooit op is gezet en nu in de opslag ligt, even teruggezet. De tekst luidt: ‘Wie brak jouw kleine hart, kleurde je ogen zwart. Wie brak jouw vleugel in de vreugde van hun vlucht. Rust zacht lieve Gerda © Teake Dijkstra

Voor de inventarisatie hanteert ze drie criteria. Een graf kan waardevol zijn als het gaat om een persoon die een betekenis had voor de gemeenschap of iets bijzonders tot stand heeft gebracht. 

Symboliek

Ook het gedenkteken zelf kan reden zijn om het op de lijst te plaatsen, omdat het er speciaal uitziet of een bepaalde symboliek heeft. En als derde wordt gekeken in hoeverre een gedenkteken een vaste plek heeft verworven in de inrichting en het karakter van de begraafplaats. 
Op de begraafplaats in Zeewolde staan geen grote grafmonumenten en familiegraven zoals de cultuurhistoricus ze vaak ziet op oudere begraafplaatsen. 

Dukdalf en kettingzaag

Hier krijgt ze vooral te maken met de jonge geschiedenis. Dat de gemeente zoveel mogelijk vrij heeft gelaten en bewust heeft gekozen voor diversiteit op de begraafplaats is goed te zien. Wie even rondwandelt ziet tussen de meer reguliere grafstenen onder andere een dukdalf, een kettingzaag en een wedstrijdbad als grafmonument.
,,Daar is over nagedacht’’, zegt Korevaart. ,,Het zegt iets over de persoon. Maar het zegt soms ook iets over een bepaalde periode, hoe er wordt gedacht over begraven en herinneren.’’

De graven van de vijf jongeren die in oktober 2004 om het leven kwamen bij een ongeluk worden veel bezocht.
De graven van de vijf jongeren die in oktober 2004 om het leven kwamen bij een ongeluk worden veel bezocht. © Ruben Schipper Fotografie

Indrukwekkend op de begraafplaats zijn de vijf graven van de jongeren de op 17 oktober 2004 om het leven kwamen bij een ongeluk. De gebeurtenis had een enorme impact op de jonge gemeenschap en staat gegrift in het collectieve geheugen. Hun graven worden vaak bezocht, weet de beheerder van de begraafplaats.

Veel kinderen

Verhoudingsgewijs zijn er volgens Korevaart veel kindergraven, maar dat zou kunnen passen bij de jonge gemeente, denkt ze. Wat haar raakt zijn enkele gedenkborden waarop de sterfdatum een of enkele dagen eerder was dan de geboortedatum. ,,Dat zegt iets over hoe we omgaan met geboorte en sterven maar ook over de stand van de medische wetenschap.’’
Korevaart verwacht tegen de zomer met de inventarisatie te beginnen. Daarna is het aan de gemeente om te besluiten hoe verder met de lijst wordt omgegaan, zegt ze.

Eenvoudig gedenkteken

Ook van de graven die niet op lijst komen moeten de namen in elk geval bewaard en zichtbaar blijven, hebben burgemeester en wethouders besloten. Daarvoor wordt een eenvoudig standaardgedenkteken gemaakt dat op een graf wordt geplaatst wanneer het grafrecht is verlopen (in Zeewolde na 20 of 30 jaar, met mogelijkheid tot verlenging) en het grafmonument te zeer vervallen raakt om te behouden. 

Gerda Merchel 

Op het oudste graf in Zeewolde staat geen steen of tekst, alleen wat verdorde struikjes. Hier ligt Gerda Merchel. Ze was 21 jaar toen ze om het leven werd gebracht. Een jachtopziener vond haar lichaam op woensdag 25 juli 1984 in de Groenewoudsetocht. In de kranten werd ze omschreven als een heroïneprostituee. 
Een jaar eerder was in hetzelfde afwateringskanaal het lichaam gevonden van haar 23-jarige collega Birgit Feit, ook uit de Amsterdamse rosse buurt. Er werd gevreesd voor nog meer moorden.
Het politieonderzoek was in handen van de Amsterdamse moordbrigade en het recherche-bijstandsteam Gelderland in Apeldoorn. Justitie loofde een beloning uit van 25.000 gulden (11.344,51 euro) voor de gouden tip. Twee mannen werden aangehouden, maar later weer vrijgelaten.

Gerda Merchel op een foto die in 1985 in de kranten verscheen, toen de moordzaak in Zeewolde leek opgelost.
Gerda Merchel op een foto die in 1985 in de kranten verscheen, toen de moordzaak in Zeewolde leek opgelost. © archief

In februari 1985 meldde de politie in de kranten dat de twee moorden waren bekend door een man die in de gevangenis zat voor de moord op zijn stiefvader. 
Nog geen tien dagen later stelde de politie dat de man de bekentenis zou hebben ingetrokken. Zijn verhaal had niet geklopt. In een boek van Peter R. de Vries (Een moord kost meer levens, 1994) vertelt de man dat hij de twee moorden had bekend om af te zijn van de pressie van twee rechercheurs die hem in de gevangenis maar bleven bevragen. 
Op het graf is in het verleden een houten schijf geplaatst. Die staat nu in de opslag. De tekst daarop luidt: ‘Wie brak jouw kleine hart, kleurde je ogen zwart. Wie brak jouw vleugel in de vreugde van hun vlucht. Rust zacht lieve Gerda’.
Of de moorden ooit zijn opgelost is niet terug te vinden. 

Charly Cecil Wong

In de eerste week van 1994 werd een man begraven in Zeewolde, van wie de identiteit nog niet bekend was.  Zijn lichaam was op oudejaarsdag gevonden in natuurgebied De Ooievaarsplas bij Zeewolde.
Of zijn graf nu als waardevol zou worden beoordeeld hoeft niet meer te worden onderzocht, want zijn lichaam werd later elders herbegraven.
Het is een macaber stukje geschiedenis, ook landelijk. Net als de twee Duitse vrouwen werd Charly Cecil Wong – want hij bleek het te zijn – om het leven gebracht. De Amsterdammer van Chinese oorsprong was 41 jaar.

Een foto van Charly Cecil Wong, zoals hij in januari 1994 in het Parool stond.
Een foto van Charly Cecil Wong, zoals hij in januari 1994 in het Parool stond. © archief

Hij  was volgens de kranten geliquideerd en werd omschreven als een invloedrijke crimineel in misdaadkringen rond onder meer Klaas Bruinsma (bijnaam De Lange) en Steve Brown. ‘Geen liquidatie, geen drugsdeal, geen grote criminele netwerken, of Charly Wong wist er wel iets van’, schreef Het Parool in een uitgebreide reconstructie. 
Wong werkte samen met Geurt Roos uit Ermelo, voormalig lijfwacht van Klaas Bruinsma. Wong en Roos voelden zich volgens Het Parool zo in het nauw gedreven door andere criminele groeperingen dat zij bij wijze van testament alles wat zij wisten over allerlei drugsoperaties en liquidaties inspraken op een bandopname.
Een paar maanden later, in april 1992, werd in Ermelo – bij vergissing – de 19-jarige Edwin van Houten doodgeschoten. Op de oprit van de woning van Roos. 
Wong was – volgens Het Parool – ook informant van het Recherchebijstandsteam Gelderland en hij zou van plan zijn geweest meer informatie te delen met de politie. Dat alles zou hebben geleid tot zijn eigen liquidatie. Die redenering staat ook in het boek Drugsbaron in Spijkerbroek (1995), van Steve Brown.