Boomkistgraf uit 1200

Bron: Amsterdam.nl

De Oude Kerkin Amsterdam is in het van religie doordrenkte laatmiddeleeuwse Amsterdam het middelpunt van het stadsleven. Er wordt gebeden, getrouwd, feest gevierd en begraven. Nog voor de bouw van de Oude Kerk bevond zich op deze plek Amsterdams eerste begraafplaats. Dit werd duidelijk toen tijdens archeologisch onderzoek in 1963 onder de Oude Kerk een zogenaamd boomkistgraf werd ontdekt uit omstreeks 1200. In het graf lag het skelet van een ongeveer 35-jarige man. Het boomkistgraf is het oudste graf dat ooit is gevonden in Amsterdam. Helaas weten we verder niks over de man. Was het iemand die iets bijzonders betekende voor het prille dorpje aan de Amsteloever? Eén van de eerste Amsterdamse boeren of vissers? We weten het niet.

De oudste dode Amsterdammer: schedel uit het in 1963 gevonden graf onder de Oude Kerk. (Foto: F. Gijbels, Instituut voor de Pre- en Protohistorie IPP thans ACASA, UvA )

Behalve kerk en ontmoetingsplek was de Oude Kerk ook een overdekte begraafplaats. Tussen 1300 en 1865 lagen er zo’n 10.000 mensen in de kerk begraven. De kerk bevatte ruim 2000 graven die elk 4, soms 5 kisten diep waren en regelmatig werden geruimd als grafrechten waren verlopen of werden verkocht. Dit gebeurde bijvoorbeeld met de arme schilder Rembrandt van Rijn. Hij kon in 1662 de grafrechten voor zijn overleden vrouw Saskia van Uylenburgh niet meer betalen dus verkocht hij haar graf. Of haar resten toen direct geruimd zijn is niet duidelijk, wel dat haar grafsteen verdween en haar plek vanaf dat moment door andere doden werd gebruikt. Pas in 1953 werd de exacte plek van Saskia’s graf gelokaliseerd en daar een nieuwe zerk met haar naam op gelegd.

Plattegrond uit 1834 met zerkenvloer van de meest compacte begraafplaats van Amsterdam, de Oude Kerk. Onder de ruim 2000 grafzerken lagen de graven 4 tot 5 kisten diep. Dat houdt in dat er zo’n 10.000 Amsterdammers lagen begraven op een oppervlakte ter grootte van een half voetbalveld. Vanaf 1617 werd het verboden te begraven of ruimen op zondag en tijdens de diensten ‘alsoo door het openen van graven, groote stanck komt’.

Al met al moet het in de oude kerk dus eeuwenlang een constante drukte van belang zijn geweest wat betreft begrafenissen en treurende nabestaanden. Daarnaast laat het zich raden welke andere nadelen er kleven aan zoveel doden op zo’n klein oppervlak in een overdekte ruimte. Vanaf 1865 wordt het begraven in de kerk dan ook om hygiënische redenen verboden. Anno 2021 zijn vrijwel alle graven geruimd en de stoffelijke resten in een knekelput achterin de kerk gelegd. Door een glasplaat in de vloer is daar de inhoud van de knekelput te zien: botten, een schedel. Misschien wel van Saskia zelf.