Funeraire wandeling in en rond Anloo
Kaart en wandelroute funeraire wandeling
Het Drentse dorp Anloo was eertijds de hoofdplaats van het dingspel (parochie) Oostermoer. Rond de intieme brink met zijn statige bomen en romaanse kerk liggen Saksische boerderijen. Ten zuiden van het dorp strekt zich de boswachterij Anloo met het landgoed Terborgh uit.
De huidige Sint-Magnuskerk aan de Kerkbrink heeft twee of drie houten voorgangers gehad. Het romaanse schip werd rond 1100 van zachte tufsteen gebouwd. In een latere periode werden de muren met baksteen verhoogd. De romaanse toren dateert uit ca. 1150, de trapgevels werden in 1895 aangebracht. Het opvallend grote koor werd in de 14de eeuw tegen het schip gebouwd. Bij de restauratie in 1941-1944 kwamen bij het verwijderen van de pleisterlaag muurschilderingen tevoorschijn.
Grafkelder
In de grafkelder ① onder het koor werden leden van de Anloër familie Alberda bijgezet. De kelder raakte in vergetelheid en werd tijdens de restauratiewerkzaamheden gedurende de oorlogsjaren herontdekt. Toen de restauratie was voltooid, verdween alles weer onder de vloer. In 2016 werd de kelder opnieuw gerestaureerd en hij gaat nu schuil onder een eikenhouten luik.
Begraafplaats Anloo
‘Er zal buiten het dorp Anloo eene nieuwe begraafplaats worden aangelegd op de zogenoemde Hazekamp,….’, zo staat te lezen in het ‘Verhaal van het verhandelde bij den Burgemeester en Assesoren in de Gemeente van Anloo’ van Zaterdag den 2 Februarij 1828 . De aanleg van een begraafplaats ② was nodig omdat het met ingang van 1829 het verboden werd om in en om de Magnuskerk te begraven.
Het oudste gedeelte van de begraafplaats i is een goed voorbeeld van een historische begraafplaats. In eerste aanleg bestond de begraafplaats Anloo, aangeduid als het ‘oude deel’, uit vier gedeelten, maar in de loop van de tijd is er flink uitgebreid in noordelijke richting. Het achterste of tweede noorderperk bestemd werd bestemd voor ‘de begraving der lijken, welke geene eigene graven bezitten en voor die der gealimenteerden’.
Landgoed Terborgh
Het Landgoed Terborgh, onderdeel van de boswachterij Anloo, staat plaatselijk bekend als het Evertsbos. Het is een klein bosgebied gelegen tussen de Drentse dorpen Anloo en Eext. Staatsbosbeheer heeft een vijf kilometer lange wandeling over he landgoed uitgezet. Bijzondere funeraire zaken die je in het bos tegenkomt zijn het hunebed D11, grafheuvels uit de Late Steentijd, een urnenveld uit de Late Bronstijd, een eigentijds urnenveld en de particuliere begraafplaats van de familie Everts.
De naam Evertsbos verwijst naar de grondlegger van het landgoed Dirk Everhard Everts, een gefortuneerd houthandelaar uit Wildervank. Aan het eind van de 19de eeuw kocht hij grote percelen bos, woeste grond en heide in de buurt van Anloo. Het was zijn bedoeling om in het bezit te komen van een jachtterrein. Zijn zoon Dirk Everhard Everts (1877-1952) is de eigenlijke stichter van het Evertsbos. Vanaf 1910 verwierf hij systematisch percelen bos, heide en woeste grond en breidde zo het complex verder uit. Hij wilde een landgoed aanleggen dat zich zou kunnen bedruipen uit eigen bosexploitatie en dat de familie kon gebruiken als buitenverblijf. Om dit doel te verwezenlijken werden naast gronden ook huizen op het terrein gebouwd. Nadat een groot deel van het landgoed na zijn overlijden in 1972 aan Staatsbosbeheer werd overgedragen, bleven enkele percelen in handen van de familie.
Grafplaats Ter Borgh
We starten de wandeling vanaf de parkeerplaats Pinetum aan de Anderenseweg, de verbindingsweg tussen Anderen en Anloo. We steken de weg over en lopen tussen de velden door naar het bos. Goed verscholen ligt aan de rand van het bos een terrein waar zich de begraafplaats ③ van de familie Everts bevindt. Het toegangshek ligt aan de achterzijde van het perceel en bestaat uit een laag groen hek. Er is geen nadere naamsaanduiding. Toen in 1936 de echtgenote van Dirk Everhard Everts overleed, kreeg de familie toestemming van de toenmalige gemeente Anloo om haar in het eigen bos te begraven. Ook Dirk Everhard Everts en hun nazaten mochten hier begraven worden. Het bosperceel waar het particuliere begraafplaats deel van uitmaakt, is nu eigendom van de Stichting Grafplaats Ter Borgh. Een grote zwerfsteen markeert het graf van het echtpaar Everts. In een halve cirkel liggen hier nog drie andere graven. Verspreid over het terrein bevinden zich nog vijf graven.
‘In zeer goeden staat’
Het hoofdpad loopt recht op hunebed D11 ④ af. De steenformatie bestaat uit tien zijstenen, twee sluitstenen en vier dekstenen. Er ontbreekt een deksteen, de westelijkste. Het hunebed is iets meer dan 9,4 meter lang en 3,7 meter breed. De archeoloog Van Giffen, de bekende onderzoeker van de hunebedden, fotografeerde het hunebed in 1918, toen nog gelegen in uitgestrekte heidevelden. Hij omschreef het als “in zeer goeden staat”.
In de directe omgeving van D11 liggen drie grafheuvels. Maar tijdens de wandeling zie je er – als je er oog voor hebt – veel meer.
Pinetum
Tijdens zijn vele zakenreizen naar Scandinavië en Noord-Amerika raakte Everts gefascineerd door de naaldwouden die hij onderweg zag. Hij besloot op het familielandgoed een pinetum, een park met een verzameling naaldbomen aan te leggen. De naaldbomentuin heeft een oppervlakte van 2,2 ha waarin meer dan 500 coniferen staan. Alle bomen zijn van een naamplaatje voorzien. Meer Informatie:.
Urenveld Anloo
Tijdens deze late Bronstijd (1100 – 800 v.Chr.) was het gebruikelijk urnen in de grond te plaatsen onder kleine heuveltjes, omringd door een kringgreppel. Met deze tumuli bevestigden de bewoners de verbondenheid met hun woon- en leefgebied. Het Urnenveld Anloo ⑥ grijpt terug op deze traditie. Op deze begraafplaats worden urnen in kleine grafheuvels eeuwigdurend begraven. Het toegangshek vermeldt een treffende zin: ‘Als een reis uit het verre verleden via het heden naar de eeuwigheid’. Daarachter ligt een bosperceel, beplant met beuken en douglassparren dat uitkijkt op het Eexterveld waar het Anloërdiepje – zijstroom van de Drentsche Aa – ontstaat.
Als je over het terrein wandelt zie je houten stelen van schoppen met een T-handvat in de bodem steken. Deze stelen markeren de nog ongebruikte urnengraven. De graven liggen als kleine ‘tumuli’ verspreid over het terrein en worden gemarkeerd door een grote zwerfsteen. Aan de voet van het heuveltje ligt een greppel, dikwijls opgevuld met stenen. In tegenstelling tot een natuurbegraafplaats staan op veel stenen de naam en geboorte- en sterdatum vermeld. Ook liggen er soms losse bloemen op of nabij de steen.
Grafheuvels
Op verschillende plekken op Landgoed Terborgh liggen grafheuvels ⑤. Er hebben er vroeger ongetwijfeld veel meer gelegen maar een deel van de heuvels is bij de ontginning met de grond gelijk gemaakt. Rond 2800 voor Chr. hielden de nazaten van de trechterbekercultuur op met het bijzetten van hun doden in de hunebedden. Ze gingen doden individueel begraven en markeerden de plekken met aarden heuvels. De grafheuvels op Terborgh dateren deels uit de late steentijd, deels uit de bronstijd.
Voorbij het Pinetum en weer terug op het hoofdpad passeer je, volgens de kaart, maar liefst zeven grafheuvels. Tussen 2850 voor Chr. en het begin van onze jaartelling werden in Drenthe de doden begraven onder heuvels van aarde.
Aan het Galgwanderveen (P bij Kerkweg) liggen drie grote grafheuvels. Door opgravingen in 1937 is hun geschiedenis bekend geworden. De twee heuvels die naast elkaar liggen, zijn opgeworpen in de Bronstijd, ongeveer 3500-4000 jaar gelden. De hoge heuvel aan het pad is nog ouder, die lag er al in de Steentijd. Hij is in de Bronstijd nog eens gebruikt en hoger en groter gemaakt.
Geef een reactie